De alsmaar stijgende biggenproductie is de belangrijkste reden voor de momenteel lage prijzen voor de biggen. De AVP-uitbraak in België kan er nog een schepje bovenop doen, verwacht Robert Hoste, econoom varkensproductie van Wageningen Economic Research. Om de markt in evenwicht te brengen is een krimp van het aantal zeugen nodig. Niet alleen op korte termijn, maar voortdurend.
Dit voorjaar was al duidelijk dat een daling van de prijzen voor biggen en vleesvarkens zou komen. De zeugenstapel was in mei gestegen met bijna 1 procent in de landen die deelnemen in Eurostat (België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Ierland, Italië, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Zweden). “Een daling van het aantal zeugen eind 2017 - toen de prijzen nog goed waren - zou beter zijn geweest”, zegt Hoste.
Door de grotere zeugenstapel en de stijging van de zeugproductiviteit zijn er 2,7 procent meer varkens geslacht in het eerste half jaar van 2017. De hoeveelheid varkensvlees is met 3,7 procent gestegen door de stijgende slachtgewichten. De afzet is niet slecht, maar staat wel onder druk. Dit heeft dalende vleesprijzen als gevolg, na de korte opleving einde zomer. Hierdoor staan de biggenprijzen al sinds het begin van de zomer op een te laag niveau.
Effect AVP
Door de AVP-perikelen in België zal het er niet beter op worden. Er gaan nu geen biggen vanuit Nederland naar België en er gaan geen slachtvarkens naar Nederland en Duitsland. “Deze marktverstoring zal zijn weerslag hebben op de prijzen in België, maar ook in Nederland en Duitsland”, verwacht Hoste. Wat de gevolgen zijn van de AVP-uitbraken in het oosten van Europa is onduidelijk. Het aantal varkens dat daar wordt geruimd is - ondanks de grote uitbraak in Roemenië - naar verhouding nog niet groot.”
Stoppers?
Het is nu de vraag of en hoeveel zeugenhouders in België of in andere landen de handdoek in de ring gooien en stoppen. “Dat kan dan de markt weer wat in evenwicht brengen”, zegt Hoste. “Maar er is niemand die tegen de zeugenhouders zegt dat ze moeten stoppen.”
Of er al een neergaande ontwikkeling is in het aantal zeugen is niet bekend. Dat wordt niet maandelijks bijgehouden. Daarbij duurt het dan nog wel minimaal een half jaar voor dit effect heeft op het aantal vleesvarkens dat naar de slacht gaat.
Stijgende slachtgewichten
Een andere ontwikkeling die mogelijk ook nog zorgt voor een toename van het biggenoverschot, zijn de stijgende slachtgewichten. Niet alleen in Nederland, maar in veel Europese lidstaten zijn die gewichten al jaren aan het stijgen.
Een daling van de slachtgewichten is niet zomaar te verwachten. Hogere slachtgewichten zijn doorgaans efficiënt voor de vleesvarkenshouder. De aanschafkosten van de big worden over meer kilo’s uitgesmeerd en er is naar verhouding minder duur startvoer nodig. Bovendien is het efficiënt voor een slachterij, omdat de slachtkosten over meer kilo’s worden verdeeld. Daarnaast is er meer vraag naar zwaardere en vettere varkens.