Onlangs werd ik gebeld met de vraag of ik een opleidingsplan wilde maken voor de medewerkers. De medewerkers functioneren prima en het bedrijf draait top. Ik schat dat ze bij de vijf beste bedrijven van Nederland behoren.
Ik ken het bedrijf omdat ik op hun feestavond een kennisquiz heb verzorgd. Het personeel was scherp, weetgierig en enthousiast. De sfeer was geweldig, mede door het gerstenat dat rijkelijk vloeide. Op mijn vraag hoe deze teamgeest zo tot stand is gekomen, werd ik door de bazin zelf op onderzoek gestuurd.
Bij het eerste groepje vertelde een medewerker dat de baas alles zag. “Als hij ergens is geweest, heeft hij alles gezien. Hij mist geen detail. Dat wil ik ook kunnen.” Dus de baas vertelt niet wat zijn medewerker allemaal heeft gemist, maar benoemt (gemiste) zaken en vraagt wat hij ervan denkt!
Even later sloot de bazin aan bij een groepje Poolse medewerkers. Ze had een dienblad bij met Wodka en zes kleine glaasjes. Allemaal een neutje, maar zelf had ze er al twee op, voordat de Polen hun eerste glaasje leeg hadden. Zo krijg je ook respect bij je medewerkers. Niet erboven, maar ertussen staan en ze dan ook nog aftroeven op hun eigen specialiteit. En deze toppers moeten getraind worden om hun bedrijf aan nog betere prestaties te helpen!
Varkenshouden is inderdaad net voetbal. De beste voetballers trainen namelijk ook het meest. Niet omdat ze goed zijn, maar omdat ze nog beter willen worden. De beste medewerkers gaan dus naar cursussen om nóg beter te worden. Het is bovendien keihard nodig in de ratrace die varkenshouderij heet.
Pieter Swinkels
LEAN coach