De nieuwe coalitie in de Provincie Noord-Brabant zet de koers op het gebied van veehouderij in grote lijnen voort. De nieuwe GS lijken volgens de ZLTO weinig aandacht te hebben voor de negatieve effecten van dat beleid. Met teleurstelling nam de agrarisch belangenbehartiger kennis van het bestuursakkoord.
Brabantse veehouders moeten stallen ouder dan 15 of 20 jaar uiterlijk in 2022 aanpassen aan strengere normen voor de uitstoot van ammoniak. Dat leidt tot rechtsongelijkheid en dat beleid pakt in de praktijk veelal averechts uit, meent ZLTO-voorzitter Wim Bens. “We maken ons grote zorgen over de continuïteit van onze veehouderijbedrijven.” Wel lijkt het bestuursakkoord openingen te bieden voor uitzonderingen in het Brabantse veehouderijbeleid. Voor bepaalde diercategorieën of typen stalsystemen komt er bijvoorbeeld een half jaar tot maximaal twee jaar uitstel voor de aanvraag van de vergunningsverlening. Ook wordt gewerkt aan een regeling voor bedrijven die willen stoppen in 2024. “Maar of die uitzonderingen ook echt toegestaan zullen worden, moet de komende tijd blijken”, alus Bens. “Gelukkig willen CDA, VVD, D66, PvdA en GroenLinks nadrukkelijk de samenwerking zoeken met de sector.”
Hooflijnen akkoord
Anne-Marie Spierings van D66 is verantwoordelijk voor de portefeuille Landbouw, energie en circulair. De op kwantiteit georiënteerde landbouw willen ze omvormen naar een op kwaliteit en circulariteit gerichte voedselproductie. De GS streven naar een emissieloze landbouw als het gaat om geur, fijnstof, ammoniak, ziektekiemen en nutriënten en het minimaliseren van bestrijdingsmiddelen. Door het faciliteren van de inzet op concepten, niches en korte ketens neemt de toegevoegde waarde per eenheid product van de primaire sector toe.
Kringlooplandbouw is het uitgangspunt voor het veehouderijbeleid. GS ambiëren een transitie naar het sluiten van kringlopen op een zo’n klein mogelijke schaal, maar maximaal op het niveau van Noordwest-Europa. Een overgang naar kringlooplandbouw zal waarschijnlijk gaan leiden tot een lager aantal landbouwhuisdieren in Brabant. Dierenwelzijn en via diverse instrumenten bevorderen van brandveilige stallen krijgt blijvende aandacht.
Tijdelijke vergunningen
De provincie creëert ruimte voor schone en veilige mestbewerking binnen de kaders van de Verordening Ruimte. De GS willen in Brabant tijdelijke vergunningen voor industriële mestbewerking gaan verlenen voor een periode van maximaal vijftien jaar. Met de verplichting om na afloop van deze vergunningsperiode de gebouwen en installaties te saneren. Ook willen ze agrarische ondernemers binnen wettelijke kaders stimuleren hun mest zoveel mogelijk op een schone en veilige manier op het eigen terrein te bewerken.
Voor grootschalige initiatieven zoeken GS naar geschikte locaties tot een totale maximale vergunde omvang van het Brabantse mestoverschot. Om een keuze te maken voor de beste locaties, de spreiding van de locaties en om inzicht te krijgen in de ‘ideale omvang’ van een locatie wordt een plan-MER uitgevoerd. Ook de consequenties voor lopende initiatieven worden beoordeeld.
Geen co-vergisting
Bij vergunningverlening vragen GS permanente en transparante monitoring van de uitstoot binnen de op dat moment beschikbare technologische mogelijkheden. Ook is het wenselijk de mogelijkheid tot omschakeling naar of nieuwvestiging van co-vergisting te verbieden. Co-vergisting heeft grote risico’s voor milieu, gezondheid en fraude en er zijn ruimschoots voldoende andere technieken voor mestbewerking voorhanden.