Kees Janssen: ‘roep om boeren komt’
Menig varkenshouder heeft de vergunning en het ontwerpen van stallen door Kees Janssen laten verzorgen. Het boerenlandschap heeft hij in de loop van de tijden flink zien veranderen.
'Het aantal varkenshouders is fors afgenomen, de bedrijfsgroottetoegenomen en de maatschappelijke druk en stapel aan wetten en regels zijn enorm gegroeid', blikt Kees Janssen terug. 'Varkensboeren beschikken over een enorme veerkracht en weten zich keer op keer aan te passen. Maar de roep om aanwas van boeren gaat komen.'
Bij het onderzoekscentrum van varkensvoeding Elsenpas van De Heus Voeders praat Varkens.nl met Kees Janssen. 'Elsenpas is mijn tweede speciale varkensbedrijf dat ik compleet mee heb ontwikkeld. Toen ik in 1989 als bedrijfsadviseur bij Sondag Voeders begon, heb ik het demobedrijf ontworpen. Drie Groen Label-systemen voor de varkenshouderij zijn daaruit voortgekomen. Daar hebben we de sector zeker verder mee gebracht.'
Terugblikkend is er in drie decennia veel veranderd. De contrasten zijn zelfs groot, ook wat betreft Janssens twee paradepaardjes. Het in 1991 geopende demobedrijf met praktische maatregelen om de ammoniakuitstoot te beperken en biologische mestverwerking op boerderijniveau gaat nu mee in de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen.
‘Een project is tegenwoordig grootschaliger en diverser, het is echt maatwerk geworden’
'Destijds was het varkensbedrijf in het Brabantse Keldonk innovatief en vooruitstrevend op het gebied van emissiemetingen, nu jammer genoeg rijp voor de sloop. Zoiets doet me wel wat', zegt Janssen.
Vertrouwen in de varkenssector
'Elsenpas is in 2019 gerealiseerd en ingericht met moderne technieken, zoals sensoren en camera's, om zoveel mogelijk data automatisch te kunnen verzamelen. Bij het ontwerpen is rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen als vrijloopkraamzeugen. Een bewijs dat De Heus vertrouwen heeft in de varkenssector.'
Voordat Janssen in de wereld van vergunningverlening en stalontwerp belandde, werkte hij drie jaar bij het Consulentschap voor de Varkenshouderij en Pluimveehouderij (CVP). 'Ik wilde een baan niet al te ver van Reusel, dus werd het Tilburg en bedrijfsvoorlichter varkenshouderij.'
Deze overheidsbaan was een goede leerschool voor Janssen. Hij kon groeien in het vak van voorlichter, het gezond houden van varkens en de stallenbouw en stalinrichting. En hij kon meegroeien met de toenemende wet- en regelgeving.
OVO-drieluik
'In die tijd was het OVO-drieluik ijzersterk: onderzoek, voorlichting, onderwijs. De openheid over cijfers en gericht kunnen sturen heeft de Nederlandse veehouderij op een hoog niveau gebracht. Ondernemen was toen eenvoudiger als je het vergelijkt met nu.'
Op de vraag of hij na zijn HAS-studie Varkens en pluimvee in Den Bosch boer had willen worden, antwoordt Janssen lachend: 'Ja. Thuis waren we gespecialiseerd in het houden van vleeskuikenouderdieren en bij een oom werkte ik zo vaak als ik kon mee op zijn varkensbedrijf met akkerbouw. Ik heb nog even op het ouderlijk bedrijf gewerkt, maar dat was te klein. Dus ik ben als specialist voor en met boeren gaan werken.'
Janssen heeft wel iets met cijfers. Hij ontwikkelde zich tot een bedrijfsadviseur met een goed totaaloverzicht over een varkensbedrijf. Iemand die snel weet welke richting een ondernemer op wil en wat nodig is om ontwikkelplannen strategisch op te pakken. 'In mijn beginjaren tekende en ontwierp ik standaardstallen van 120 tot 150 zeugen. Intussen zijn projecten grootschaliger, meer divers en echt maatwerk.'
Netwerker en expert
Janssens netwerk is enorm gegroeid in de 35 jaar dat hij actief is in de varkenshouderij. In zijn CVP-tijd bezocht hij veel varkenshouders. Toen hij overstapte naar het bedrijfsleven, ging hij de boer op en won hij klanten met zijn expertise op het gebied van vergunning en stallenbouw. Daarnaast was het een van zijn taken om het niveau van zijn collega-voorlichters op een hoger niveau te brengen.
'Maar ook moest ik pr-activiteiten voor Sondag Voeders opzetten, zoals rondleidingen verzorgen op het demobedrijf en de stands en bemensing regelen bij onder meer de landbouwvakbeurs in Den Bosch en de Vakbeurs Intensieve Veehouderij in Utrecht', blikt Janssen terug. 'Op die manier heb ik enorm veel varkensboeren leren kennen.'
Nog steeds is elke dag afwisselend en vol uitdagingen voor de honkvaste Janssen. Hij heeft een dynamisch leven, met een vast ritme van vijf dagen in de week om 7 uur vertrekken en om 19 uur thuiskomen, eten en nog even aan het werk. Maar zaterdagen houdt hij vrij. Tegenwoordig werkt hij zich in het zweet met het versnipperen van snoeihout, het onderhouden van tuingereedschappen of het sleutelen aan trekkers.
'Onze twee zoons hebben groene vingers en zitten in het tuinonderhoud. Onze dochter is creatief als styliste in huisinrichting.' Zondag is een dag voor de familie, wat prullen of een wandeling maken. 'Dat levert plezier en levensenergie op', besluit Janssen.