Structuur in brijvoer op peil brengen
Voldoende structuur zit niet zomaar in een brijvoerrantsoen. De Heus gaat brijvoerklanten met de Structuur-Index Brijvoer ondersteunen met de juiste bewerking van het aanvullende voer. Met de Matrix-wals-technologie is de structuur exact te regelen, zodat de darmgezondheid en vertering optimaal zijn.
Met brijvoer halen varkenshouders doorgaans prima resultaten bij hun varkens. Groei en voerconversie van biggen en vleesvarkens zijn goed en de zeugen brengen veel biggen groot. Wel staat de gezondheid van maag en darmen soms onder druk omdat het brijvoer niet altijd voldoende structuur levert. Lars van de Bovenkamp en Robin van den Berk, brijvoernutritionisten van De Heus Voeders, leggen uit wat het belang is van structuur en hoe De Heus daar op kan sturen.
Wat gebeurt er bij te weinig structuur in brijvoer?
Van de Bovenkamp: 'Doordat het verteringsstelsel minder optimaal kan functioneren, krijgen ziekteverwekkers als PIA of salmonella meer kans en met name zeugen kunnen last hebben van maagzweren. Staat de maag-darmgezondheid onder druk dan leidt dit tot minder goede resultaten ook al voldoen de rantsoenen op gebied van energie, eiwit en andere voedingsstoffen prima aan de behoefte.
'De maag-darmgezondheid corrigeren met medicijnen is niet wenselijk en staat haaks op de wens om de dierdagdosering verder te verlagen. Ook de hoeveelheden koper en zink in de voeders zijn tegenwoordig laag. Een goede gezondheid van maag en darmen moet vanuit de basis komen en daarbij speelt voldoende structuur in het rantsoen een belangrijke rol.'
Ruwe celstof is nog geen vezel en structuur, maar structuur bevat wel vaak ruwe celstof
Zit er dan niet genoeg ruwe celstof in het rantsoen?
Van de Bovenkamp: 'Op zich bevat brijvoer nog wel redelijk wat ruwe celstof. Maar ruwe celstof is nog geen vezel en daarmee structuur, maar structuur bevat wel vaak ruwe celstof.'
Van den Berk: 'De diverse grondstoffen in een brijvoerrantsoen bevatten vaak wel degelijk ruwe celstof. Maar je kunt niet zien hoe grof of fijn de grondstoffen zijn gemalen. Soms ook is die ruwe celstof helemaal ingeweekt. De ruwe celstof levert dan minder structuur dan je zou verwachten.'
En hoe nu verder?
Van den Berk: 'Om beter zicht te krijgen op het effect van structuur in het brijvoerrantsoen hebben we de Structuur-Index Brijvoer ontwikkeld. Die geeft aan wat de structuurwaarde van het brijvoer is. De gewenste structuurindex van het brijvoer is daarbij voor biggen anders dan voor zeugen, net als voor het startvoer of het eindvoer voor de vleesvarkens.
'Basis van de Structuur-Index Brijvoer is onderzoek van het brijvoermonster op het eigen laboratorium van De Heus in Veghel. Het brijvoermonster gaat hier door een speciale zeef om te kunnen bepalen hoeveel structuur er in het monster zit.'
Van de Bovenkamp: 'Dan zie je dat brijvoer met 6 procent ruwe celstof soms toch te weinig structuur levert. We meten met het onderzoek dus echt hoeveel structuur er in de maag van het varken terecht komt.'
Van den Berk: 'Hoeveel structuur een varken nodig heeft isafhankelijk van de leeftijd van het varken. Een big heeft minder structuur nodig dan een vleesvarken of een zeug. We hebben voor iedere diergroep richtlijnen. Op basis daarvan zorgen we ervoor dat we met het aanvullende voer de structuur in het totale rantsoen op peil brengen.'
Hoe brengt De Heus de structuur op peil?
Van den Berk: 'Daartoe maken we gebruik van de Matrix-wals-technologie waarmee we al veel ervaring hebben op droogvoerbedrijven. De grondstoffen die de structuur kunnen leveren worden exact naar behoefte gewalst. De grondstoffen die eiwit en energie moeten leveren worden juist heel fijn gemalen zodat ze goed benut kunnen worden.'
Van de Bovenkamp: Het aanvullende voer voorzien we met de Matrix-wals-technologie van de juiste hoeveelheid structuur, zodat het brijvoerrantsoen de juiste structuur bevat die we meten met de structuurindex. Het is dus echt maatwerk afgestemd op de alle bijproducten die het bedrijf gebruikt en afgestemd op de resultaten die op het bedrijf worden behaald.
'Op bedrijven met echt heel duidelijke problemen met de maag-darmgezondheid is een andere hoeveelheid structuur nodig dan op een bedrijf waar alles op rolletjes loopt. Als je van grondstoffen wisselt, is het nodig om opnieuw naar de structuurindex van het rantsoen te kijken. Net zoals je bij een wissel kijkt naar de energie- en eiwitwaarde van een rantsoen.'
Van den Berk: 'Bij alleen een aangepast aanvullend voer om de juiste structuurindex te bereiken, blijft het niet. We gaan altijd naar de bedrijven toe om te kijken of de aanpassing ook de gewenste effecten heeft bij de varkens. We koppelen dus altijd het onderzoek in het laboratorium aan de praktijk. Gaat de gezondheid van de varkens omhoog dan verbeteren de resultaten.'
Gaat de voerconversie dan niet onderuit met meer structuur?
Van de Bovenkamp: 'Dat misverstand heerst nog wel eens, maar zo eenvoudig is dat niet. Stop je te veel structuur in het rantsoen, dan kan het mis gaan omdat er dan minder energie en eiwit in het rantsoen zit en je de passagesnelheid vertraagd. Maar met het optimale aandeel structuur in het rantsoen verbetert juist de vertering van het totale rantsoen.
'Voldoende structuur zorgt ervoor dat het voer lang genoeg in de maag blijft om de enzymen beter hun werk te laten doen. Ook de verblijftijd in de darmen is met de juiste hoeveelheid structuur optimaal. Het varken kan hierdoor energie, eiwit en de andere voedingsstoffen beter opnemen. Als je ook de betere werking van de dikke darm meeneemt, met productie van vluchtige vetzuren die energie leveren en de darm mede beschermen, dan weet je; de voerconversie van een rantsoen gaat zeker niet achteruit, maar verbetert eerder.'