Biggenvaccinatie tegen circo rond speenleeftijd: altijd de juiste keuze?
Circo vaccinatie is één van de meest toegepaste biggenvaccinaties. De meeste bedrijven vaccineren de biggen rond speenleeftijd, al dan niet gecombineerd met bijvoorbeeld de mycoplasma vaccinatie.
Dit vaccinatietijdstip wordt vaak uit praktische overwegingen gekozen, zonder bijkomend onderzoek of dit ook het optimale tijdstip is.
Vaccineer niet te vroeg, maar ook niet te laat
Hoge gehaltes aan PCV2-maternale antistoffen (antistoffen die de biggen via de biestmelk hebben opgenomen tijdens de eerste levensuren) hebben een negatieve invloed op de immuniteitsopbouw na vaccinatie en dus op de vaccinwerkzaamheid (bron 1 en 2). Biggen worden daarom beter pas gevaccineerd wanneer het niveau van PCV2-maternale antistoffen voldoende is gedaald.
Vaak zal dit rond speenleeftijd het geval zijn, maar op sommige bedrijven zijn de maternale antistoffen bij spenen nog te hoog. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de zeugen tegen het circovirus worden gevaccineerd. Maar ook op bedrijven waar geen zeugenvaccinatie plaatsvindt kan dit het geval zijn, als gevolg van een verhoogde circulatie van PCV2-veldvirus.
Daarnaast moeten biggen ook tijdig gevaccineerd worden, dat wil zeggen minimum drie weken voor de infectie. Zo is er voldoende tijd om een goede bescherming op te bouwen vooraleer de biggen in contact komen met PCV2-veldvirus.
Bepaal het optimale vaccinatietijdstip
Om het optimale PCV2-vaccinatietijdstip te bepalen, moet enerzijds de hoeveelheid maternale antistoffen bij biggen op vaccinatieleeftijd gecontroleerd worden. Dit kan door antistofbepaling op bloedmonsters verzameld bij biggen op vaccinatieleeftijd.
Anderzijds moet er ook gecontroleerd worden of er geen PCV2-viruscirculatie optreedt in de eerste drie weken na de vaccinatie. Dit kan door opsporing van het PCV2-virus in bloedmonsters door middel van een Q-PCR-analyse. Aan de hand van de resultaten van deze laboratoriumanalyses kan het optimale vaccinatietijdstip bepaald worden.
Regelmatige controle is aanbevolen
Op veel bedrijven wordt al jarenlang gevaccineerd tegen het PCV2-virus. Deze jarenlange vaccinatie en ook wijzigingen in het management kunnen een gewijzigde infectiedynamiek van het circovirus binnen het bedrijf veroorzaken.
Wat een jaar geleden een optimaal vaccinatietijdstip was, kan dat dat nu niet meer zijn omdat de biggen bijvoorbeeld meer maternale antistoffen meekrijgen met de biestmelk en het niveau van maternale antistoffen dus pas op latere leeftijd voldoende is gedaald om de biggen effectief te kunnen vaccineren.
Conclusie
De optimale vaccinatieleeftijd van biggen verschilt van bedrijf tot bedrijf en kan veranderen in de loop van de tijd. Controleer daarom regelmatig of het PCV2 vaccinatieschema nog is afgestemd op de huidige bedrijfssituatie. Wetenschappers bevestigen dat de beschikbare PCV2 vaccins, wanneer ze correct toegepast worden, een uitstekende bescherming bieden tegen de klinische symptomen veroorzaakt door een PCV2-infectie.
Als er ondanks vaccinatie toch kliniek wordt waargenomen die in verband gebracht kan worden met een PCV2-infectie, dan is het vaccinatietijdstip één van de te controleren parameters (bron 1).
Vraag advies aan uw dierenarts of contacteer Ceva Santé Animale.
Bronnen
1. Joaquim Segalés (2015). Expert Review of Vaccines, 14:3, 473-487
2. Martelli et al. (2016). BMC Veterinary Research 12:77
Nieuws over Ceva Santé Animale
Over Ceva Santé Animale
Ceva Santé Animale streeft er voortdurend naar om betere oplossingen te vinden voor bestaande en opkomende dierziekten, waardoor de gezondheid, het...