Geboortediarree+aanpakken%3F+Begin+met+de+risicofactoren%21
Partner Ceva Santé Animale

Geboortediarree aanpakken? Begin met de risicofactoren!

Geboortediarree blijft een van de belangrijkste oorzaken van uitval in het kraamhok en wordt veroorzaakt door een samenspel van factoren, zoals de aanwezigheid van bacteriële en/of virale ziekteverwekkers en verschillende management- en omgevingsfactoren. In dit artikel worden enkele belangrijke omgevings- en managementfactoren besproken, die het risico op de ontwikkeling van kraamstaldiarree bevorderen.

Biggen worden geboren met beperkte energiereserves en komen bovendien nat ter wereld, waardoor het risico op onderkoeling groot is. Door de biggennesten in te strooien met drogend poeder en de biggen onder de warmtelamp te leggen, verliezen ze zo min mogelijk energie en lichaamswarmte. Gebruik eventueel een werpmat om te voorkomen dat de biggen op de koude roosters achter de zeug te veel afkoelen. Vermijd tocht en zorg ervoor dat het biggennest voldoende warm (32 tot 35 graden Celsius) is. Hierdoor hebben de biggen meer energie en gaan ze sneller naar de uier om biest te drinken.

Door het liggedrag van de biggen te observeren, is het mogelijk het klimaat in het biggennest te evalueren. Biggen die over het hok verspreid liggen, hebben het te warm. Biggen die bovenop elkaar liggen, hebben het te koud.

Hygiëne

Bij pasgeboren biggen is de darmflora nog niet ontwikkeld. Hierdoor zijn ze gevoelig voor kolonisatie met potentieel ziekteverwekkende kiemen tijdens de eerste levensdagen. Dit risico is uiteraard het grootst wanneer de biggen worden geboren in een omgeving waar veel kiemen aanwezig zijn door een slechte hygiëne.

Daarom is het van belang ervoor te zorgen dat biggen worden geboren in een zo hygiënisch mogelijke omgeving. Denk daarbij aan het wassen en behandelen van zeugen tegen parasieten voordat ze naar de kraamstal worden gebracht; grondig gereinigde, ontsmette en droge kraamstallen; mest wegscheppen achter de zeug; …

Biest

Antilichamen in biest beschermen biggen tegen de schadelijke effecten van ziekteverwekkende bacteriën en virussen. Biggen die geen of te weinig biest krijgen en biggen die biest met onvoldoende afweerstoffen krijgen, zijn onvoldoende beschermd en zullen sneller diarree ontwikkelen. Biest is ook een belangrijke energiebron voor pasgeboren biggen.

Zowel zeuggerelateerde factoren (hoeveelheid beschikbare biest en kwaliteit) als biggerelateerde factoren (biestopname) zijn hierbij van belang.

De biestproductie van zeugen is variabel en wordt mede bepaald door de conditie van de zeug, voedersamenstelling en voederschema's, het verloop van het werpproces en de gezondheidsstatus van de zeug.

Biggen moeten zo snel mogelijk na de geboorte biest drinken. De eerste zes uur na de geboorte zijn cruciaal en na 12 tot 24 uur sluit de darmbarrière, waardoor de antistoffen niet meer worden opgenomen. Het is ook belangrijk ervoor te zorgen dat álle biggen voldoende biest (minimaal 250 gram1) drinken, zowel de eerstgeboren als de laatstgeboren biggen en zowel de grote als de kleine biggen. Toezicht bij het werpen en ingrijpen waar nodig, om biggen aan de uier te leggen, split suckling toe te passen bij grote tomen, zeugen te behandelen bij gezondheidsproblemen, … helpen hierbij.

De kwaliteit van de biest en bijgevolg ook de gevoeligheid van biggen voor geboortediarree wordt sterk beïnvloed door de pariteit en de vaccinatiestatus van de zeug. Tomen van jonge zeugen zijn meer vatbaar voor geboortediarree. Dit komt omdat de biest van jongere zeugen meestal minder antilichamen bevat, omdat ze zelf nog minder zijn blootgesteld aan bepaalde ziekteverwekkers en nog minder vaak gevaccineerd zijn. Zeugenvaccinatie is effectief bij de preventie van geboortediarree veroorzaakt door bijvoorbeeld Escherichia coli (E. coli) en Clostridium perfringens. Zeugen worden het beste gevaccineerd in de laatste weken van de dracht om de overdracht van beschermende antilichamen van de zeug naar de big via de biest te verbeteren.

Conclusie

Veel van de ziekteverwekkers die diarree bij pasgeboren biggen veroorzaken, zijn normale darmbewoners en veroorzaken onder optimale management- en omgevingsomstandigheden weinig of geen ziekte. Maar wanneer de afweermechanismen worden aangetast, kunnen bacteriële en/of virale ziekteverwekkers hiervan profiteren en toch ziekte veroorzaken. Er zijn verschillende stressgerelateerde factoren die ervoor zorgen dat pasgeboren biggen meer vatbaar worden voor diarree. Deze omvatten een onhygiënische omgeving, afkoeling of een slecht stalklimaat, stress, onvoldoende biestopname en/of opname van biest waarin te weinig afweerstoffen aanwezig zijn.

Bron

1: Quesnel et al. (2012). Colostrum intake: influence on piglet performance and factors of variation. Livest. Sci. 146: 105-114.

Over Ceva Santé Animale

Ceva Santé Animale streeft er voortdurend naar om betere oplossingen te vinden voor bestaande en opkomende dierziekten, waardoor de gezondheid, het...

Lees verder »