Circulaire 'bouwbioboer' in Ede zet knop om
Twee jaar geleden wilden Jan-Willem en Bea van de Lagemaat het varkensbijltje erbij neergooien. Toch weerhield het beeld van een boerderij zonder dierenleven in primair agrarisch gebied hen daarvan. Wilco Bos van ABZ De Samenwerking liet ze in de keuken kijken bij biologische varkenshouders. De knop ging om en vlot werden de vergunning, financiering en afzet van de biologische varkens geregeld. Van de Lagemaat maakte er zijn eigen 'circulaire verbouwproject' van.
Een weiland achter het bedrijf van familie Van de Lagemaat in het Gelderse Ede ligt pal naast de A30. Jan-Willem: 'Daar komen onze drachtige biologische zeugen te lopen en gaan we nog een modderpoel voor ze maken. Dan krijgen mensen in de passerende voertuigen weer eens varkens in het landschap te zien.'
Een jaar geleden hadden de ondernemers alles in kannen en kruiken om te kunnen bouwen aan een toekomst in de biologische varkenshouderij. 'In het slechte varkensjaar 2021 wilden we stoppen met ons traditionele vermeerderingsbedrijf, eventueel huizen ervoor in de plaats bouwen en volop buiten de deur gaan werken. Samen met onze kinderen kwamen we tot de conclusie dat een boerderij zonder dieren ons niet gelukkiger zou maken', aldus Van de Lagemaat.
Roer omgooien
'Het roer moest om. Toch ben ik meer boer dan ik dacht, ook al werk ik twee dagen per week in de bouw', vervolgt de Gelderse varkenshouder. Bea van de Lagemaat-van de Haar werkt twee dagen per week buiten de deur als gastvrouw bij een verzorgingshuis.
Is 380 zeugen houden echt wat ik de rest van mijn leven wil doen?
In die roerige tijd opperde bedrijfsadviseur Wilco Bos van ABZ De Samenwerking om een toekomst in de biologische varkenshouderij te overwegen. Deze sector met een groot maatschappelijk draagvlak biedt perspectief voor de lange termijn en er valt een goede boterham te verdienen. Van de Lagemaat: 'Toen ik in het jaar 2000 voor de bedrijfsovername stond had ik ook al interesse, maar ben ik toch voor traditioneel gegaan.'
Samen bezochten ze verschillende biologische varkenshouders en werden ze steeds enthousiaster. Er werd weer gebroed op plannen en er zouden weer nieuwe uitdagingen op hun pad komen. 'Ik ben gestart met 50 zeugen op stro en 20 koeien. Ik heb het bedrijf met eigen handen verbouwd. Eerst is het gegroeid naar 250 zeugen en zijn de koeien eruit gegaan, daarna heb ik uitgebouwd naar 380 zeugen in een driewekensysteem. Toen dat klaar was, dacht ik: is dit wat ik de rest van mijn leven echt wil?'
Nee dus. Omdat de gemeente vlot wilde meewerken aan vergunningverlening en de financiering en afzet snel konden worden geregeld, besloot de Edenaar over te schakelen op een gesloten biologisch varkensbedrijf. 'Nu houd ik veel minder zeugen op stro dan toen ik startte, maar heb ik wel een volhoudbaar verdienmodel.'
Sloophamer
In het najaar 2021 werden de eerste 80 zeugen van het bedrijf afgevoerd. Stapsgewijs werd de zeugenstapel kleiner, totdat alleen hun 60 beste zeugen overbleven. In mei 2022 was de vergunning binnen en kon Van de Lagemaat met de sloophamer aan de slag. 'Omdat ik alles zelf heb gebouwd, ken ik de constructie onder en boven de roosters. Vooraf hebben wij samen met Wilco Bos flink gepuzzeld hoe de ruimte binnen de bestaande stalmuren optimaal zou zijn te benutten en kon voldoen aan de biologische eisen.'
Daarbij is Van de Lagemaat een echte circulaire stallenbouwer. Hij hergebruikt materialen op zijn bedrijf en indien nodig koopt hij spullen van gestopte varkenshouders. Zo creëerden ze plek voor 31 kraamopfokhokken met uitloop en is bij de vleesvarkens gekozen voor een doorschuifsysteem. Vier keer worden de varkens in het traject van 25 kilo tot afleveren verplaatst om in iedere fase van het groeitraject te voldoen aan de verschillende oppervlakte-eisen.
Het ombouwen van het varkensbedrijf en ondertussen biologische varkens verzorgen is tijdrovender dan Van de Lagemaat had gedacht. Maar hij heeft er veel plezier in: 'Ik zit weer af en toe op een shoveltje om mest weg te schuiven. Bovendien groeien de gezonde varkens als een speer. Begin februari is de eerste koppel biovarkens afgeleverd aan Westfort. Die koplopers zijn ruim 1.100 gram gegroeid in het traject van 25 kilo tot afleveren en zitten op gemiddeld 127 kilo, terwijl de laatste gangbare vleesvarkens er nog zijn en de verbouwingen nog niet zijn afgerond.'