Deense varkenshouders moeten PRRS-status kennen
Uiterlijk 1 oktober 2023 moeten alle varkenshouders in Denemarken PRRS-status van hun veestapel moeten kennen, dat besluit is 15 mei genomen. Het is een noodzakelijk onderdeel in de strategie om de virusziekte PRRS aan te kunnen pakken.
Momenteel is de PRRS-status van bijna 85 procent van de circa 2.400 varkensbedrijven bekend. Uiterlijk 1 oktober 2023 moeten de resterende varkenshouders die meer dan 10 zeugen of 100 vleesvarkens hebben, ervoor zorgen dat ze de PRRS-status van hun veestapel kennen.
Dat is nodig om PRRS onder controle te krijgen. Het doel van de gezamenlijke Deense varkens- en gezondheidsorganisaties is om uiterlijk in 2025 85 procent van alle zeugenstapels in het land en 75 procent van alle slachtvarkens in 2025 vrij te hebben van PRRS. Daartoe worden bedrijven regionaal vrijgemaakt van PRRS door middel van depop-repop of een andere strategie.
Grote schade voorkomen
Door PRRS aan te pakken worden uitbraken van de ziekte, die steeds opnieuw de kop kunenn opsteken voorkomen. Uitbraken zorgen bij zeugen voor grote schade door vruchtbaarheidproblemen en bij biggen en met name vleesvarkens voor luchtwegziekten. Ook zonder uitbraken is PRRS een kostenpost omdat deze virusziekte het immuunsysteem aantast, waardoor andere virussen en bacteriën meer kans krijgen. Het betekent ook dat door aanpak van PRRS het antibioticagebruik verder kan dalen.
Op de bedrijven die nog PRRS-positief zijn zal de dieren maandelijks moeten aantonen dat er geen PRRS-verschijnselen zijn. Is dit wel het geval, dan worden bloedmonsters onderzocht op het PRRS-virus. Op de slachterij worden PRRS-positieve varkens gekort. De eerste vier maanden kost dit 2,7 cent per kilo. Daarna loopt het op tot 40 cent per kilo, twee jaar na de PRRS-vondst.