Verriet: ‘Oplossen dilemma’s helaas niet simpel’
Linda Verriet vervult bijna vijf jaar met verve het voorzitterschap van Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV). Ze voelt draagvlak bij de leden, bestuurders en werkorganisatie. ‘Iedereen staat voor onze mooie sector in een complexe tijd. We maken een pittige tijd door en verschillende problemen schreeuwen om prioriteit. Simpele oplossingen zijn er helaas niet.’
Na een pittig telefoongesprek schakelt Linda Verriet moeiteloos over op het rustig geven van een interview. Dit keer over haar vijf jaar POV-voorzitterschap. ‘Ik heb ervaren dat de varkensvleesproductieketen complex in elkaar zit. Als de dilemma’s waar de varkenshouderij voor staat eenvoudig zouden zijn, dan hadden we er al veel de wereld uit geholpen.’
Wat zijn nu de hete hangijzers?
‘Het debat over de NVWA en de misstanden in de slachterijen die groots aandacht krijgen. Het vertrouwen tussen de NVWA en de sector is compleet weg. Politiek deint daarin mee en NGO’s krijgen ruim baan voor zwartmakerij. Dat is allemaal niet oké.’
Tijd voor actie van de varkensproducenten?
‘Acties ondernemen we elke dag in allerlei vormen. De actievorm is altijd een dilemma. Bij de prijsvorming van varkens zijn bijvoorbeeld aparte dingen gebeurd en nog steeds is het niet transparant. Zoiets beïnvloedt het vertrouwen. Een deel van de achterban wil gaan voor de harde lijn en bij de slachterijpoorten protesteren. Een ander deel hecht aan het in ketenverband optrekken en het samen komen tot een oplossing. Belangen behartigen is ingewikkeld, maar als POV kiezen we de lijn die op dat moment het meest functioneel is.’
Doorpakken op PRRS en de externe en interne biosecurity prioriteit voor diergezondheid
Waarin bent u de afgelopen vijf jaar gegroeid?
‘Op mijn eigen manier ben ik stelliger, standvastiger en zakelijker. Daarnaast ben ik beter geworden in lobbywerk, iets wat hoort bij de rol als bestuurder. Ideaal is het natuurlijk om overal 100 procent op te scoren, maar ik heb ook geleerd 80 procent te accepteren als best te behalen resultaat. We tonen ons als varkenshouderij ambitieus, met concrete plannen en oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.’
Wat heeft u van uzelf verloren in die periode?
‘Mijn naïviteit is er wel af. Ik heb de markt en de ketenschakels leren kennen net als de positie van de varkenshouders in de productieketen. Vooral met vleesverwerkers hebben we soms schurende contacten. Wel gaan we altijd respectvol met elkaar om. Wat wrijving mag er ook zijn, dan gaat iets uiteindelijk glanzen.’
Is op het marktvlak vooruitgang geboekt?
‘Varkenshouders hebben meer zeggenschap in de verschillende ketens, al is het nog lang niet genoeg. Aan de sectortafel Varkens in het Landbouwakkoordproces hebben we een goed plan gemaakt voor de sector. Het is nog onduidelijk wat daarvan overblijft, het proces om te komen tot een Landbouwakkoord is voor ons een black box. Mochten onze plannen niet genoeg ruimte krijgen, pakken we het deelplan varkens op binnen de Coalitie Vitale Varkenshouderij. LNV is daar ook partner in.’
Waarover heeft u een nieuw hoofdstuk geschreven?
‘Over onze inzet om goede locaties te behouden voor de intensieve veehouderij. Dit sectorbelang moet op het netvlies staan bij alle provincies en gemeenten. Zij krijgen als eerste de ondernemers in beeld die meedoen aan de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties. Zij hebben ook de lead om gunstige locaties voor het houden van vee te sparen. Dat schept ruimte voor verplaatsen van varkensbedrijven van minder gunstige plekken naar locaties met perspectief. Duurzame hervestiging noemen we dat. Met ook mogelijkheden op locaties die nu een grondgebonden bestemming hebben.
‘Een ander hoofdstuk gaat over mest en ruimte die er dient te komen om onbewerkte mest op eigen land en in de regio aan te wenden. Ook zetten we in op locatieontwikkeling om mestbe- en -verwerking mogelijk te maken.’
Varkenshouders verdienen geld en toch staat de sector vrijwel stil. Wat doet dat met u?
‘Dat doet pijn. Ik vind het zonde dat varkenshouders die euro’s niet in bouwen van nieuwe stallen en innovatieve stalsystemen kunnen steken. De vergunningverlening ligt nagenoeg op zijn gat. Ook knaagt de onzekerheid over toekomstige eisen voor het houden van varkens.
‘Wel zie ik ondernemers investeren in verbreding en buiten de sector. Sommigen verwerven landbouwgrond om zo het bedrijf circulairder te maken. Anderen kopen onroerend goed of zetten een boerderijwinkel op. Weer anderen benutten hun ondernemerscapaciteiten in bedrijfstakken buiten de varkenshouderij.’
Verduurzaming staat op het spel?
‘Ik put hoop uit een binnenkort te verwachten uitspraak van de Autoriteit Consument & Markt. Ik voorzie dat er ruimte komt om in de keten afspraken te maken over de prijszetting, zeggenschap voor boeren en verdelen van de prijsrisico’s.
'De prijszetting in ketens moet anders. Er moet meer rekening worden gehouden met investeringscapaciteit en -ritme van bedrijven. Daarbij moet gereserveerd kunnen worden voor toekomstige investeringen om verantwoord te groeien naar de door de maatschappij gewenste situatie.’
Zijn er voldoende jonge ondernemers om de vergrijzende varkenssector toekomst te geven?
‘Ongetwijfeld nemen de varkensstapel en het aantal varkenshouders af. Het aantal locaties per ondernemer zal toenemen. Hoeveel jonge ondernemers nodig zijn, is koffiedik kijken. Degenen die klaar staan, zijn gedreven. Ik ben verrast dat steeds meer jongeren naar regiobijeenkomsten komen en in regionale werkgroepen meedoen. Er is veel jong talent in onze dynamische sector.’
Welk specifiek dossier verdient de meeste prioriteit?
‘Lastig, want alles waar we aan werken heeft een bepaalde prioriteit. Maar als ik dan toch iets moet noemen is dat verbeteren van diergezondheid. Ook in relatie tot volksgezondheid komt dat dossier op. De varkenssector heeft het antibioticagebruik fors verlaagd en ook in 2022 is een verdere reductie behaald. Daar ben ik trots op. We moeten doorpakken op het gebied van PRRS en de externe en interne biosecurity. Als we PRRS weten te beheersen verbetert de algehele varkensgezondheid fors.’
En de aandacht voor het dierenwelzijn?
‘De druk is groot en iedereen heeft wel een menig over hoe wij varkens moeten houden. We krijgen te weinig ruimte om uit te leggen waarom stallen en verblijfsruimten er uitzien zoals ze er uitzien. Alles heeft een reden.
‘Het moet anders maar nog niet alles is vastomlijnd en dat geeft onzekerheid. Denk bijvoorbeeld aan afmetingen van vrijloopkraamhokken of hoe in te spelen op niet meer couperen en de brandveiligheid. Er zullen extra vierkante meters nodig zijn om hetzelfde aantal dieren te houden. Bouwblokken moeten dan fors uitgebreid worden en daarvoor vragen we volop aandacht bij overheden. Ook de kostprijs zal stijgen.
‘Ik heb er een hard hoofd in dat dit structureel via de markt geregeld kan worden. De burger wil wel, maar de consument betaalt het niet. We hebben als idee geopperd om welzijn als maatschappelijke dienst betaald te krijgen. Zoals bij groen-blauwe diensten. De consument vindt het belangrijk maar betaalt het niet. Dan moeten de burgers het betalen.’
Wat geeft u de kracht om voor de sector te staan?
‘De passie voor de sector, de enorme variatie in mijn werk en de uiteenlopende contacten. Het ene moment zit ik bij varkenshouders aan tafel of loop met ze door de stallen en een andere dag praat ik met de landbouwminister en afgelopen jaar zelfs de Koning. Het is nooit saai.
'Bovendien voel ik veel vertrouwen bij de POV-leden. Hun kennis, ervaringen en visies benut ik bij het behartigen van hun belangen. Soms voel ik me meer een belangenbehartiger voor de vleesconsumptie. De negatieve framing over het eten van vlees vraagt veel tegengeluid.Verder motiveert de samenwerking met gedreven POV-bestuurders en de werkorganisatie mij.’
Ooit breekt een post-Linda-tijdperk aan. Wat zijn uw ambities?
‘Ten eerste wil ik een goede moeder zijn en er zijn voor mijn kinderen. Dat moederschap is goed te combineren met mijn rol als voorzitter van de POV. Als daar een einde aan komt, word ik varkenshouder of misschien ga ik wel de politiek in. Want als je echt iets wilt veranderen, dan moet je in de Tweede Kamer zijn. Ik heb groot respect voor wat Caroline van der Plas en haar BoerBurgerBeweging allemaal in dit land voor elkaar heeft gekregen en nog zal krijgen.’