QS-keurmerk lanceert verplicht diergezondheidsadvies
Het keurmerk QS in Duitsland maakt werk van het verbeteren van de diergezondheid. QS gaat adviseurs opleiden die vanaf medio 2024 de boer op gaan. Vleesvarkenshouders die in negatieve zin eruit springen, zijn als eerste aan de beurt om verplicht met zo'n adviseur (naast hun eigen dierenarts) aan de slag te gaan.
Met deze verplichting wil QS de gezondheid in de Duitse veehouderij duurzaam op een hoger niveau brengen. Het bevordert het dierenwelzijn en helpt om de risico's voor de hele sector verder te marginaliseren. Het zijn juist de uitzonderingen die vaak negatieve aandacht in de media trekken en een volkomen onterecht slecht beeld schetsen van de veehouderij.
De adviesaanpak van QS wordt ook gedragen door de landbouw en de vleesindustrie. Vanaf medio 2024 zullen vleesvarkenshouders via brieven geïnformeerd worden als ze een extra diergezondheidsaudit krijgen en het adviestraject in moeten.
Maatwerk per bedrijf is het uitgangspunt. Gezondheidsgegevens van slachterijen liggen aan de basis van het al dan niet selecteren van een veehouder met slachtdieren. Negatieve uitschieters worden uit het databestand gefilterd en krijgen een QS-adviseur toegewezen. Die ondersteunt de veehouder en zijn dierenarts om op een praktische manier verbetering te krijgen.
Lukt dat vrijwillig niet of is de voortgang te beperkt, dan geeft de QS-adviseur een schriftelijk advies dat ook in de QS-systematiek wordt vastgelegd.
Externe partij kijkt mee
Het traject van diergezondheidsadvies door een externe partij gaat QS het eerst opstarten bij vleesvarkensbedrijven. Veehouders die de gezondheidsbevindingen van de levende vleesvarkens niet kritisch bekijken en waar geen verbeteringen te zien zijn, worden door het systeem eruit gefilterd.
De observatieperiode bedraagt minimaal een half jaar en als de negatieve indruk tijdens een speciale audit op het bedrijf wordt bevestigd, moet de varkenshouder advies inwinnen bij een door QS opgeleide deskundige. Deze adviseur zal hem zo goed mogelijk ondersteunen bij het in beeld brengen van de zwakke punten op zijn bedrijf. Samen ontwikkelen ze praktische oplossingen voor een betere diergezondheid.
Daarbij dient te worden gezocht naar een integrale aanpak samen met de varkensdierenarts. Belangrijke afspraken worden vastgelegd in een consultatieprotocol. Dat wordt opgeslagen in de QS database en dient om de voortgang te monitoren. Bedrijven die weigeren deel te nemen of ondanks advies geen verbetering van de diergezondheid realiseren, kunnen sancties tegemoet zien zoals uitsluiting om in QS te mogen leveren.