Hogere exportwaarde verdoezelt dalende varkensproductie
Hoge prijzen voor varkensvlees, biggen en vleesvarkens doen de exportwaarde van de Nederlandse varkenssector in 2023 stijgen. De biggenexport daarentegen is sinds 2020 tanende. Dit speelt ook bij de export van vleesvarkens, al krabbelde die in 2023 licht op.
De Nederlandse varkenshouderij is sterk afhankelijk van de export. De exportwaarde van varkensvlees bedroeg in 2023 rond de 3,7 miljard euro, op een totale vleesexportwaarde van 11,2 miljard euro. De varkenssector is dus goed voor een derde van de totale exportwaarde van vlees. Dat meldt Wageningen Economic Research in het rapport ‘De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband - editie 2024’, in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Duitsland is nog altijd de belangrijkste buitenlandse bron van inkomsten uit de verkoop van Nederlands varkensvlees. De oosterburen zijn goed voor zo’n 20 procent van de exportwaarde in 2023.
Hetzelfde rapport vermeldt ook de totale exportwaarde van levende dieren in 2023. Die blijkt ten opzichte van een jaar eerder circa 18,7 procent te zijn gestegen en kwam uit op 2,2 miljard euro. Ongeveer 35 procent van deze exportinkomsten zijn afkomstig uit Duitsland. De waardestijging is met name toe te schrijven aan fors hogere prijzen voor onder meer exportbiggen en vleesvarkens.
Ontwikkelingen biggenexport
De export van biggen is sinds 2018 op zijn retour, met een opleving in 2020. Zes jaar geleden werden bijna 7 miljoen biggen geëxporteerd en in 2020 waren dat er 7 miljoen, blijkt uit marktcijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De totale export van Nederland is sinds 2020 met zo’n 18 procent afgenomen tot 5,7 miljoen biggen in 2023.
Op 0,72 miljoen vleesvarkens na werden ze allemaal in eigen land geslacht
Tussen de 65 en 68 procent van de totale biggenexport vond zijn weg naar Duitse vleesvarkenshouders. Maar sinds 2020 is dat marktaandeel afgenomen naar de helft in 2023. In het eerste kwartaal van dit jaar zit het rond de 47 procent.
Niet alleen het marktaandeel is gedaald, ook in absolute aantallen is de export van biggen naar Duitsland flink verminderd. Sinds de exportpiek van 4,66 miljoen biggen in 2017 is de trend neerwaarts. De invloed van de coronapandemie en de uitbraak van Afrikaanse varkenspest (AVP) bij wilde zwijnen op Duits grondgebied in 2020, zorgden voor een schoksgewijze afbouw van de biggenexport.
Levende export
De afhankelijkheid van het levend exporteren van in Nederland geproduceerde vleesvarkens is de afgelopen jaren minder geworden. Tussen 2016 en 2023 nam het aantal in buitenlandse slachterijen verwerkte Nederlandse vleesvarkens met zo’n 72 procent af.
De export van 3,22 miljoen vleesvarkens per jaar daalde naar 0,9 miljoen varkens. 2021 was een dieptepunt wat betreft levende export, blijkt uit de marktcijfers van RVO. In dat jaar zijn ‘slechts’ 0,72 miljoen Nederlandse vleesvarkens op export gegaan.
Duitsland trapt op rem
Traditiegetrouw zijn Duitse slachterijen verantwoordelijk voor het opnemen van Nederlandse exportvarkens. Voor 2020 ging het om 98 procent van de vleesvarkensexport. In het eerste coronajaar zetten Duitse slachterijen een rem op het aantrekken van buitenlandse vleesvarkens. Dit kwam ook door de exportbeperkingen van varkensvlees en -producten naar landen buiten Europa door Afrikaanse varkenspest.
De levende export vanuit Nederland naar Duitsland zakte in de jaren erna als een kaartenhuis in elkaar, met als dieptepunt 2022.