Zo krijg je juister beeld van PRRS op zeugenbedrijf
De zoogduur verlengen en een goede PRRS-controle zijn volgens varkensdierenartsenpraktijk Lintjeshof succesfactoren voor een lage uitval van biggen na het spenen. Zeugenbedrijven die grip hebben op het PRRS-virus zien dat volgens Thomas Wijnands terug in de prestatie van hun biggen. Karien Koenders merkt dat wekelijkse PRRS-monitoring steeds meer in zwang raakt bij gemotiveerde varkenshouders.
Door als zeugenhouder intensief met PRRS bezig te zijn, smetbronnen op te sporen en lekken op je bedrijf te dichten, zet je steeds stapjes vooruit. Varkenshouders die focus houden op het PRRS-virus en de drive hebben dit gezondheidsthema op hun bedrijf steeds beter in de vingers te krijgen, gaan beter presteren. En ook bij de zeugen draait het soepeler, stellen dierenarts en adviseur gezondheidsprogramma’s Karien Koenders en farm health coach Thomas Wijnands van Lintjeshof.
Hoe staat het met de PRRS-aanpak?
Koenders: ‘Wij werken al langer met een PRRS-scan op varkensbedrijven waar we de diergezondheidsbegeleiding doen. In 2021 hebben we een PRRS Research Award van Boehringer Ingelheim ontvangen om tien bedrijven grondig door te lichten en nieuwe kennis te ontwikkelen.'
Koenders: ‘De opgedane kennis zetten wij voort bij de monitoring en begeleiding van onze klanten. Ook bijvoorbeeld bij de voorloperbedrijven die deelnemen aan het nationale PRRS-plan dat de Coalitie Vitale Varkenshouderij heeft uitgerold. Elke dag groeit de kennis om PRRS te kunnen beheersen, maar het is aan de individuele varkenshouder om gericht actie op het bedrijf te nemen.’
Wekelijks monitoren zorgt dat PRRS-lek dicht bij de bron beter is op te sporen
Wat levert PRRS-controle op?
Wijnands: 'Vanuit Lintjeshof hebben we data geanalyseerd van zestig bedrijven met in totaal 75.000 zeugen. Dan valt op dat PRRS-vrije en zeugenbedrijven die PRRS in de stal met gespeende biggen goed onder controle hebben, een lage uitval na het spenen realiseren. Gemiddeld is dat voor die categorie bedrijven rond de 1,5 procent. Maar het best presterende bedrijf waar geen PRRS-circuleert in de biggenopfok zit op slechts 1,0 procent uitval. Het onder controle hebben van PRRS resulteert in minder trammelant bij de gespeende biggen.'
Zijn meer succesfactoren gezien bij deze bedrijven?
Wijnands: 'Opvallend bij de bedrijven met een lage uitval na het spenen is de gemiddelde lengte van de zoogduur. Die is wat hoger en varieerde van gemiddeld 26,5 tot bijna 32 dagen.'
Koenders: 'Biggen langer bij de kraamzeug houden is gunstig voor het opbouwen van extra weerstandsvermogen. Biggen die langer bij de zeug konden drinken en meer voer hebben opgenomen in het kraamhok, hebben het in het algemeen gemakkelijker na het speenproces. Wij hebben dus een verband gezien tussen de zoogduur en het uitvalpercentage na het spenen. Dat betreft natuurlijk uitval om diverse redenen, niet specifiek PRRS.'
Waarop is beter te focussen bij de aanpak van PRRS?
Koenders: ‘Wat we geleerd hebben, onder meer uit het traject van de PRRS Award, is dat op veel zeugenbedrijven weliswaar PRRS circuleert, maar in heel lage hoeveelheden. Daarnaast gebeurt het vaker dan we denken dat biggen al besmet worden geboren. In heel veel gevallen betreft het ook maar één of enkele biggen per toom.'
Koenders: 'Die smetbronnen eruit pikken, is vergelijkbaar met het zoeken naar een speld in een hooiberg. Om aan te tonen dat de PRRS-situatie op een bedrijf nog niet stabiel is, moeten meer en vaker pasgeboren biggen worden bemonsterd. Zoiets moet praktisch gebeuren en tegen acceptabele kosten.'
Koenders: ‘Processing fluids van grotere aantallen biggen zijn relatief eenvoudig te verkrijgen en vaak ook met grote regelmaat. Een PCR-test op zo’n mengmonster toont aan of biggen besmet ter wereld zijn gekomen. Zulke dieren kunnen het PRRS-virus na de geboorte zeker zes weken uitscheiden en zijn risicobronnen.'
Kunt u dat toelichten?
Koenders: 'Zonder dat je je ervan bewust bent, kun je een met PRRS besmette big overleggen naar een andere kraamzeug. Daarmee vergroot je de kans op verspreiding van het virus in de kraamstal. Meng je tomen met besmette biggen tijdens het speenproces, dan neemt het risico op viruscirculatie in de biggenstallen weer verder toe.'
Het is een vorm van de PRRS-kraan steeds verder dichtdraaien?
Koenders: 'Daar komt het wel op neer. Via gerichte monitoring en onderzoeken in ons laboratorium Merefelt Livestock Diagnostics kunnen we steeds nauwkeuriger in beeld brengen waar mogelijke lekken zitten in de interne en externe bioveiligheid van een bedrijf. Als varkenshouders daarin investeren, levert hen dat euro’s en meer werkplezier op.'
Wat is gericht monitoren?
Koenders: 'Je moet de bron van virusverspreiding zien op te sporen. Stel dat zeugenhouders een wekensysteem hanteren en biggen castreren, dan kunnen ze zonder al te veel extra werk elke week in beeld laten brengen of PRRS in die werpgroep circuleert. Op basis van processing fluids van koppels bouw je in een jaar tijd 52 meetpunten van een bedrijf op. Willen varkenshouders onderscheid maken tussen de situatie bij hun zeugen en de gelten, dan worden dat 104 analyses van verzamelmonsters.'
Koenders: 'Hiermee vergroten we de pakkans en krijg je scherp of, wanneer en via welke route PRRS de kraamstal binnenkomt. Varkenshouders die intrinsiek gedreven zijn meer grip te krijgen op PRRS, maken steeds meer gebruik van deze wekelijkse monitoring.'