Wat is er belangrijk in Europa?

Vorige week was het jaarlijkse congres van Europese varkensdierenartsen. Wat mij dit jaar meer dan ooit opviel, is het grote verschil tussen de verschillende landen. De verschillen zijn te vinden in de bedrijfsgrootte,  productiekenmerken, huisvesting en gezondheidsproblemen. In het gastland Tsjechië met maar een kleine populatie van 90.000 zeugen zijn ze bezig met een inhaalslag. Gemiddeld produceerden ze in 2004 nog geen 19 biggen per zeug per jaar, maar in 2016 produceerden ze al gemiddeld 26,9 biggen per zeug per jaar, met uitschieters van meer dan 34 biggen. Als we niet oppassen halen ze ons rechts in.

Wat betreft gezondheid was het opvallend dat er eigenlijk maar weinig over grote gezondheidsdreigingen als PED en Afrikaanse varkenspest gesproken werd, terwijl PED ons zeker wel bezig houdt en Afrikaanse varkenspest ons bezig zou moeten houden. Nog elke week komen er in het zuiden nieuwe PED gevallen bij. Het kost de dierenartsen en varkenshouders geregeld hoofdbrekens, hoe om te gaan met de besmette bedrijven. Toch zijn dit nog maar kleine problemen als je ze vergelijkt met de problemen van de collega’s uit het oosten van Europa. Daar hebben ze te maken met de Afrikaanse Varkenspest. Die zorgt voor een kaalslag in een aantal landen.

Een congres als dit zou een uitgelezen kans moeten zijn om met elkaar van gedachten te wisselen over deze risico’s en breder te denken dan eigen bedrijf, eigen achtertuin en eigen land. We zullen allemaal alert moeten zijn om bedreigingen als Afrikaanse varkenspest buiten de deur te houden. Ik denk hierbij ook aan minivarkens die mee eten aan tafel en mee op vakantie gaan. Een hele wereld van hobby varkens die wij niet in beeld hebben. Je moet er niet aan denken dat die de gezondheid van onze varkens in gevaar (gaan) brengen.

Daarom is monitoring van belang. Altijd oplettend zijn, dat is in ieders belang.

Manon Houben
Hoofd varkensdierenartsen bij GD