Dominantie d-variant circovirus vergt actie
Bijna een kwart eeuw is het circovirus een bekende in de varkenshouderij. Het minuscule PCV2-virus blijft veranderen, de dominantie van het d-subtype groeit en de praktijk wordt vaker geconfronteerd met suboptimale dierprestaties.
In de varkenshouderij is het Porcine circovirus type 2 (PCV2) in 1997 ontdekt. Vaccins tegen het virustype PCV2a zijn ontwikkeld om het Postweaning Multisystemic Wasting Syndrome (PMWS) oftewel de wegkwijnziekte aan te pakken. Deze type a circovaccins worden nog steeds breed toegepast ook al verandert het genetisch materiaal van het virus voortdurend.
‘Varkens massaal vaccineren heeft niet geleid tot eradicatie van het circovirus’, stelt Anke Verhaegen, varkensarts bij Zoetis. ‘We zien het aantal bedrijven toenemen dat af en toe te maken krijgt met typische verschijnselen van circo. De subtypes die in de praktijk worden aangetroffen zijn aan het verschuiven en de dominantie van type PCV2d groeit.’
Waar baseert u die typeverschuiving op?
‘Bij de ontdekking van het circovirus is dat type PCV2a genoemd. Het is een minuscuul virus met een enkelstrengs circulair DNA-genoom. Een kleine verandering in de volgorde van de DNA-bouwstenen kan relatief snel grote gevolgen hebben op de dynamiek van het circovirus. Sinds de start van het nieuwe millennium zagen we langzaam een verandering plaatsvinden en verspreidde PCV2b zich meer onder de varkens met indertijd ook ernstigere verschijnselen.
Wij hebben inderdaad een nieuw verbeterd circovaccin ontwikkeld en komen daar spoedig mee op de markt
'Een meevaller was dat het op PCV2a gebaseerde vaccin ook kruisbescherming bood tegen die b-variant. Enkele jaren later werd al een d-type aangetoond en intussen zijn we een aantal subtypen verder. Waarschijnlijk draagt het vaccineren en het geïnfecteerd raken met veldvirussen ook bij aan die typeveranderingen van het circovirus.’
Welke conclusie trekt u daaruit?
‘Het PCV2-virus verandert, bij introductie van een nieuw subtype op een bedrijf zien we opnieuw meer kliniek. Ernstige circo-uitbraken op varkensbedrijven worden meestal goed onderzocht door de bedrijfsdierenarts.
'Het kan zijn dat er monsters doorgestuurd worden naar wetenschappelijke instellingen om het gevonden virus nader te onderzoeken. Daar wordt vaak geconcludeerd dat PCV2d de oorzaak is. Wat wetenschappers vervolgens melden in hun publicaties is slechts het topje van de ijsberg.’
Is een PCV2-subtype wereldwijd identiek?
‘Ja, overal wordt het circovirus hetzelfde geclassificeerd. Er zijn wat verschillen in het voorkomen van bepaalde subtypes op de verschillende continenten, maar overal evolueert het virus zich.’
Hoe zit het met de verschillende varianten in de huidige praktijk?
‘Dat wilden wij ook wel eens weten. Daarom is in het najaar van 2020 een prevalentieonderzoek gedaan bij vleesvarkensbedrijven in Nederland en België. Dat gebeurde met speekselonderzoek dat via kauwtouwen is verzameld bij 167 bedrijven. Ook hebben de dierenarts en de varkenshouder samen een korte vragenlijst ingevuld.’
Hoe zag die praktijkproef eruit?
‘De vleesvarkensbedrijven zijn random gekozen door dierenartsen van verschillende praktijken. Na instemming van de varkenshouder zijn bij drie verschillende leeftijdscategorieën speekselmonsters verzameld.
'Bij varkens met een leeftijd van 10 tot 14 weken, 15 tot 19 weken en ouder dan 20 weken werden twee hokken geselecteerd waarin kauwtouwen werden opgehangen. Van elk bedrijf zijn de speekselmonsters geanalyseerd op aanwezigheid van het circovirus en werden de virussen getypeerd op de klinisch meest relevante subtypes PCV2a, PCV2b en PCV2d.’
Waren de resultaten verrassend?
‘Het praktijkonderzoek bevestigde dat de drie subtypen in Nederland en België voorkomen. Opvallend was dat in ongeveer een derde van de gevallen alleen PCV2a werd aangetoond en bij 18 procent alleen het b-type. Alleen PCV2d werd bij 28 procent van de bedrijven aangetroffen. Bij nog eens 21 procent van de bedrijven werden mixvormen van 2 of 3 subtypes aangetoond. In totaal werd op 46 procent van de vleesvarkensbedrijven subtype a gevonden, op 30 procent subtype b en op 48 procent subtype d.’
Leverden de antwoorden in de vragenlijsten wat op?
‘We hebben natuurlijk gevraagd of de varkens gevaccineerd waren tegen circo. Maar ook of varkenshouders wegkwijners op hun bedrijf zagen en of de uniformiteit en groei minder waren dan gewenst. Dan blijkt dat bij bedrijven waar de echte typische wegkwijners gezien werden, ondanks dat de dieren gevaccineerd waren, in het speeksel van de PCV2-subtypes vooral het d-type is aangetroffen.
'Subkliniek – vleesvarkenshouders zagen soms wat slijters en waren minder tevreden over de koppelprestaties – werd gemeld bij alle voorkomende types.’
Wat betekenen de uitkomsten?
‘Blijkbaar zijn er bedrijven die ondanks vaccinatie toch nog circokliniek zien. In deze gevallen werd overwegend subtype d gevonden.’
Een update van het circovaccin is nodig?
‘Wij zijn ervan overtuigd dat er in de praktijk winst is te behalen met een vernieuwde versie van het circovaccin. Een entstof die breder effectief is tegen al deze klinisch relevante varianten. Het bij de tijd brengen van vaccins vergelijk ik wel eens met het op de markt brengen van vernieuwde versies van smartphones.
'Leveranciers brengen verbeteringen aan om aansluiting te houden bij de veranderende markt en wensen van gebruikers. Ze vernieuwen niet voor niets. En inderdaad, wij hebben een nieuw verbeterd vaccin ontwikkeld en komen daar spoedig mee op de markt.’
Is de verspreiding van het circovirus tegen te gaan?
‘Met de aanvoer van biggen komen de circovirussen naar het vleesvarkensbedrijf. Bij het wisselen van vermeerderaar kan er een nieuw subtype op het bedrijf terechtkomen en gaan circuleren. Hoe goed je ook schoonmaakt en ontsmet, het superresistente circovirus raak je heel moeilijk kwijt.’