Erwin van de Wolfshaar kiest voor depop-repop tijdens bouw
Toen de vergunning dit voorjaar eindelijk binnen was, begon direct de uitbreiding van het bedrijf van Erwin van de Wolfshaar in Aalten. Tegelijk startte de planning voor depop-repop, 'zodat we een verse start maken met de beste genetica'. Na een intensieve schoonmaak en zes weken leegstand zijn eind juli de eerste biggen van de Danic-zeugen geboren.
Het familiebedrijf van Van de Wolfshaar heeft twee locaties in Vragender en Aalten. De locatie in Aalten kwam acht jaar geleden in bezit, omdat de locatie in Ermelo op de Veluwe moest worden verplaatst.
Na aankoop zijn er in Aalten eerst stallen gebouwd voor 1.000 zeugen zonder gespeende biggen. Die liggen op een andere locatie. Afgelopen voorjaar kwam na acht jaar eindelijk definitief de vergunning binnen voor uitbreiding naar 2.100 zeugen met de gespeende biggen.
Gezondheidsstatus belangrijker
In acht jaar is er veel veranderd, vindt Van de Wolfshaar. 'Het belang van het leveren van goede biggen met een hoge gezondheidsstatus naar onze vaste afnemers in Duitsland is toegenomen en dat hebben we meegenomen in dit bedrijf. We besloten om tegelijk met de nieuwbouw te beginnen met een nieuwe SPF-zeugenstapel. We hoefden maar weinig dieren af te voeren. Omdat er op dit bedrijf geen gespeende biggen aanwezig waren, was de leegstand minimaal.'
Door de depop-repop verbeteren we de gezondheid en starten we met de beste genetica
Starten met een nieuwe zeugenstapel had dus ten eerste het voordeel van de hogere gezondheidsstatus. Belangrijk was dat het hierdoor mogelijk werd om APP-vrij te worden. Deze ziekteverwekker speelde vooral een negatieve rol bij de vleesvarkenshouders. De zeugen zijn ook vrij van circo, mycoplasma en PRRS. Voor de zekerheid naar de klanten krijgen de biggen wel een vaccinatie tegen circo en mycoplasma.
Compleet nieuwe zeugenstapel
Naast het flink verbeteren van de gezondheidssituatie maakte depop-repop het mogelijk om te starten met een compleet nieuwe zeugenstapel met de op dat moment beste genetica.
Van de Wolfshaar: 'We fokken al jaren zelf onze zeugen aan om ziekte-insleep te voorkomen. Wel merkte ik dat we langzaam van de top wegzakken door de lagere vervanging ten opzichte van de kernfokkers. Nu kunnen we wat betreft levend geboren biggen en gezondheid weer aansluiten bij de top van Nederland. We gaan weer met eigen aanfok van de zeugen verder.'
Duitse zeugen
De Danic-zeugen komen van fokbedrijf Doberschütz uit het oosten van Duitsland. Vanuit Nederland was het niet haalbaar om in korte tijd 2.000 SPF-zeugen aan te voeren. Daarnaast kon Doberschütz op zijn bedrijf ook de gelten aandekken, zodat er hoogdragende zeugen konden worden geleverd.
Dat kwam omdat dit bedrijf twee locaties heeft: een topfokbedrijf en subfoklocatie. Die subfoklocatie moest om weer SPF te worden leeg en opnieuw opstarten en daar kon de Gelderse zeugenhouder goed gebruik van maken.
Dierenarts en voervoorlichter
Bij het maken van de plannen voor depop-repop heeft de ondernemer veel overleg gehad met zijn dierenarts Wouter van Herten en voervoorlichter René Schennink van ABZ Diervoeding. Alle onderdelen van het bedrijf zijn doorgelicht en overal zijn puntjes op de i gezet. Zo is er een aanvoersluis gekomen waar materiaal in quarantaine kan. Er is een uv-kast voor kleine materialen.
Douches werken automatisch: ze gaan aan zodra je binnenstapt. Voor de chauffeur die biggen komt laden, is er een aparte ingang naar een eigen wc en douche die gescheiden zijn van de rest. Het schoonspuiten van het laaddok gaat van binnen naar buiten.
Belangrijk risicopunt is de kadaverafvoer. Doodgeboren biggen of gestorven dieren gaan via een luik naar een ton. Aan het einde van de dag brengt een medewerker ze naar de kadaverkoeling en die komt vervolgens het bedrijf niet meer in.
Brijvoerrantsoen
Samen met Schennink heeft Van de Wolfshaar het voer van het kernfokbedrijf geanalyseerd. 'In hun brijvoerrantsoen zitten veel meer granen dan we gewend zijn', zegt Schennink.
'We hebben 80 procent hiervan overgenomen en 20 procent aangepast naar onze wensen om de verschillen minimaal te maken en toch richting onze eigen visie te werken. Een extra punt van aandacht was de maalfijnheid. Voor een goede darmgezondheid malen we een deel van de grondstoffen grover.'
Door de goede afstemming van het rantsoen was het voor de zeugen een kleine overgang. Zeker voor de eerste hoogdragende gelten die twee weken voor het werpen naar het bedrijf kwamen was dit nodig. Dat is volgens Van de Wolfshaar prima gelukt.
Schoonmaken enorme klus
De meeste tijd bij de depop-repop zat in het schoonmaken van de bestaande stallen, vooral bij de dragende zeugen. 'Dat hebben mijn medewerkers zelf gedaan. Een enorme klus, want je wilt de stallen perfect schoon hebben. Dat is wat anders dan een stal schoonmaken na een ronde. Ik ben mijn medewerkers daar nog steeds dankbaar voor dat ze hier zo hard aan hebben gewerkt. Anders was het niet gelukt en was de planning in de soep gelopen.'
Dat het een hele klus was, bevestigt bedrijfsleider Andres Pouwels die onder andere samen met collega Freddy Hendriksen en nog andere medewerkers de schoonmaakklus heeft uitgevoerd. 'Na een lange dag bleek dat we 120 plaatsen in de drachtstal klaar hadden. Echt helemaal rondom schoon, ook de onderkant, het ijzerwerk, voerbakken, naden en kieren. Gewoon echt alles. Toen keek ik rond en zag ik dat we er nog lang niet waren.'
Twee maanden
Na het ontsmetten stonden de stallen een week leeg. Vervolgens is alles nog een keer schoongemaakt en ontsmet. De afdelingen zijn daarna nog een keer uitgegast en ten slotte is alles nagespoeld met schoon water. In totaal kostte het schoonmaken van het bedrijf, inclusief het luchtkanaal, de luchtwassers en de kelders twee maanden.
Ter controle zijn overal swabs genomen. 'Die waren allemaal goed', zegt Pouwels met enige trots. 'Nu is het de uitdaging om de gezondheidsstatus van de zeugen hoog te houden. De bouw is nog niet helemaal klaar. Dat betekent voortdurend nadenken, zodat je geen fouten maakt en veel extra werk, omdat we de gangen een paar keer per dag extra ontsmetten.'
Nauwelijks uitval
Toen het schoonmaken nog maar net klaar was, kwamen al de eerste hoogdragende zeugen in de kraamafdelingen. Dat verliep mede dankzij de zorg van Pouwels en medewerkers Janneke Elschot en Hendriksen voorspoedig. 'De zeugen gingen goed aan het eten en het werpen verliep doorgaans probleemloos', zegt Van de Wolfshaar. 'We hebben nauwelijks uitval gehad, terwijl de zeugen toch een aardige reis achter de rug hadden.'
Na het werpen wachtte de volgende uitdaging: het grootbrengen van alle biggen. De gelten kregen gemiddeld zeventien levend geboren biggen. Punt was natuurlijk dat er geen pleegzeugen waren te maken in de eerste ronde. Die waren er simpelweg niet. 'Met een goede verzorging van de biggen en het bijvoeren via het Nutrix-systeem is het allemaal goed gelukt', vindt Van de Wolfshaar.