RDA wil betere ondersteuning bij keuze voortijdige doding
In de veehouderij is betere ondersteuning nodig bij keuzes rondom het voortijdig doden van dieren die lijden of continue zorg nodig hebben. Dat adviseert de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) in een nieuwe zienswijze. Euthanasie bij dieren moet volgens deze organisatie beter bespreekbaar worden.
Het beter bespreekbaar maken is in het belang van het dier, maar volgens de deskundigen ook van degenen die de beslissing moeten nemen en uitvoeren. De zienswijze 'Doden van zorgbehoevende dieren' is opgesteld op verzoek van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Die heeft de raad gevraagd zich uit te spreken over euthanasie bij zorgbehoevende dieren, om hiervoor verantwoord beleid te kunnen ontwikkelen.
RDA heeft twee categorieën dieren geformuleerd waarvoor voortijdig doden mogelijk acceptabel is. De eerste categorie betreft dieren die ondraaglijk en/of onherstelbaar lijden en waarvoor geen andere optie bestaat dan ze uit hun lijden te verlossen.
De tweede categorie bestaat uit dieren die gebreken en aandoeningen hebben waarmee ze nog wel verder kunnen leven maar waardoor bedrijfseconomische problemen ontstaan doordat deze dieren te weinig opbrengen of te veel kosten. Dat laatste kan ook het geval zijn bij gezonde dieren als ze onvoldoende tot waarde kunnen worden gebracht doordat bepaalde eigenschappen ontbreken.
Incidentele gevallen
Het beleid voor voortijdige doding moet wat de RDA betreft gericht zijn op incidentele gevallen. In situaties waarin sprake is van routinematig voortijdig doden, zijn bedrijfsaanpassingen of een systeemverandering noodzakelijk, meent de raad. De RDA verwijst hiervoor naar zijn zienswijze over dierwaardige veehouderij. In het convenant dierwaardige veehouderij moet wat de RDA betreft ook de problematiek van voortijdig doden worden opgenomen.
De zienswijze bevat aanbevelingen over vier aspecten: preventie, zorgvuldige besluitvorming, verantwoorde uitvoering en betere communicatie. Beslisondersteuners, richtlijnen en protocollen kunnen wat de RDA betreft bijdragen aan een zorgvuldiger en controleerbare besluitvorming en uitvoering bij het voortijdig doden van dieren. De RDA roept sectorpartijen op deze hulpmiddelen voor alle sectoren te ontwikkelen en op te nemen in kwaliteitssystemen. Zo'n instrumentarium is volgens de RDA nog niet voor alle sectoren breed beschikbaar.
Beladen onderwerp
De deskundigen zien dat voortijdig doden van vaak jonge dieren een emotioneel en moreel beladen onderwerp is en daardoor lastig bespreekbaar. Dat kan belemmerend werken voor het tijdig nemen van een besluit en kan ook maatregelen voor verbetering in de weg staan. 'In de bedrijfsmatige dierhouderij moet daarom meer en beter worden gecommuniceerd over het doden van zorgbehoevende dieren', schrijft de RDA. Volgens de raad kan de overheid hieraan bijdragen door het voortijdig doden van dieren nadrukkelijker aandacht te geven in de opleidingen van dierhouders en andere dierprofessionals.
De RDA is een onafhankelijke raad van deskundigen die de bewindslieden van het ministerie van LNV gevraagd of op eigen initiatief adviseert over vraagstukken op het gebied van dierenwelzijn, diergezondheid en ethische vraagstukken. De RDA bestaat uit ongeveer veertig leden met zeer uiteenlopende achtergronden en deskundigheid.