Analyse: verwerkers van varkensvlees verschuiven
De varkensvleesverwerkende sector is continu in beweging om in te spelen op marktveranderingen. Nu krimp van het varkensaanbod in Europa is ingezet, concentreren slachterijen hun activiteiten, stoten ze locaties af en vindt verdere schaalvergroting plaats. De Nederlandse vleesbranche kan zich niet aan die trend onttrekken. Enkele opvallende veranderingen op een rijtje.
Het aantal vleesvarkens dat de grootste varkensslachterijen in Nederland verwerken, is aan het dalen. Ze slachten gemiddeld 9.250 vleesvarkens per week minder dan in de eerste zestien weken van 2022. Dat aantal komt bijna overeen met de normale slachtcapaciteit van Gosschalk in het Gelderse Epe. Deze onderneming was al op zoek naar een partij om samen te werken, toen ze begin maart 2023 in lastig vaarwater verzeild geraakte door het faillissement van een Deense afnemer.
De Autoriteit Consument en Markt heeft de complete overname van Gosschalk, een gecombineerde slachterij van runderen en varkens, door de Fuite Family goedgekeurd. Of de nieuwe eigenaar het slachten van varkens nog in eigen beheer zal gaan doen, lijkt niet realistisch te zijn. Efficiëntie is broodnodig om als slachterij mee te kunnen in de strijd tegen de laagste verwerkingskosten.
Specialisatie
Gezien de activiteiten van de Fuite Family in de zuivel- en kalfsvleessector lijkt een specialisatie naar een rundveeslachterij meer voor de hand te liggen. Daarmee zullen de vier grootste varkensslachterijen in Nederland overblijven – Vion, Van Rooi, Westfort en Compaxo – om het dalende varkensaanbod te verwerken. Ze hebben allemaal geïnvesteerd in bijdetijdse locaties en zijn ook bezig (geweest) om hun activiteiten te concentreren.
Slachterijen zoeken hun toekomst in waarde toevoegen nu het varkensaanbod daalt
Vion laat weten geen houdbare toekomst te zien in het gevecht om het varken, maar wel in waarde toevoegen door gebalanceerde ketens op te zetten.
Duitse efficiencyslagen
In Duitsland is het varkensaanbod afgelopen jaar bijna 10 procent gedaald. Duitse varkensslachterijen hebben allemaal een jasje uit moeten doen en zijn bezig met efficiencyslagen in een krimpende markt. Het stoppen van Duitse varkenshouders is nog niet ten einde, vooral door de aanstaande wet- en regelgeving op het gebied van dierenwelzijn en financiering van de benodigde investeringen. Bovendien staat de varkensvleesconsumptie in Duitsland flink onder druk.
Daarnaast speelt de aanwezigheid van Afrikaanse varkenspest in Duitsland de export naar onder meer China parten. Varkensoren, snuiten en staarten zijn sinds september 2020 niet optimaal tot waarde te brengen. Dit dwong de grootste Duitse vleesverwerker Tönnies, goed voor een derde deel van de Duitse varkensvleesmarkt, bijvoorbeeld exportactiviteiten te concentreren. Zo is de exportafdeling bij de tweede grootste slachtlocatie van Tönnies gesloten en zijn de verpakkingsactiviteiten verplaatst naar de hoofdvestiging in Rheda-Wiedenbrück.
Danish Crown
Een vergelijkbare efficiencyslag heeft Danish Crown op Duitse bodem doorgevoerd. De Deense vleesverwerker heeft een gespecialiseerde locatie voor het uitbenen van varkenskarkassen gesloten en concentreerde die activiteiten op zijn slachtlocatie voor varkens in Essen.
Vanwege de teruglopende vleesconsumptie gaat worstfabrikant The Family Butchers een van zijn fabrieken sluiten. Veranderend consumentengedrag, inflatie en stijgende energiekosten zetten de marges onder druk. Transformeren is noodzakelijk om de toekomst van het familiebedrijf veilig te stellen.
Eberswalder Group
De Duitse worst- en vleesproducent Eberswalder Group met een jaaromzet van meer dan 100 miljoen euro zou volgens Just Food worden overgenomen door de Zur Mühlen Group, een dochteronderneming Tönnies.
Het aanbod van vleesvarkens in Denemarken is vorig jaar met ruim 10 procent gedaald. Daaraan lijkt nog geen einde te komen, omdat Deense zeugenhouders meer verdienen door biggen te exporteren. De vraag naar biggen van 30 kilo in Polen en Duitsland is zo groot dat hun dat een beter inkomen oplevert.
Herstructurering
Deze ontwikkeling dwingt Danish Crown tot een herstructurering van het bedrijf. Half april is besloten om een van zijn zes varkensslachterijen te sluiten om de bezettingsgraad in de andere slachterijen op peil te kunnen houden. Zonder ingrijpen zou dit de grootste Deense varkensvleesverwerker zo'n 40 miljoen euro per jaar gaan kosten.
De toekomstige groei wil Danish Crown behalen door de waarde van het varkensvlees te verhogen door het produceren van aantrekkelijker en duurzamer voedsel. Op die manier verwacht de vleesverwerker extra middelen vrij te maken, zodat meer voor de Deense vleesvarkens kan worden betaald. Daardoor zal de verdiencapaciteit van de Deense varkenshouders verbeteren en kan de biggenexport worden beteugeld.