Koelelementen van het varken

Volgens thermo-expert Arno Vlooswijk is er in de varkenssector nog veel te ontdekken wat betreft verwarming en koeling. Bij de basis, het varken zelf, moet je beginnen.

Varkens zijn subtropische zoogdieren, die vooral moeite moeten doen om hun warmte kwijt te raken. Daarvoor hebben ze van nature allerlei mogelijkheden ter beschikking. Varkens met staande oren kunnen hun hersens beter koelen, dan varkens met hangoren. Oren zijn de warmtewisselaars van hun hersenen.

Ranke en gespierde dieren verliezen minder warmte bij de buik, dan mollige rondbuikige varkens. Een lange of korte snuit bepaalt hoeveel ruimte er is om met hijgen of de tong warmte kwijt te raken.

Ook ziet Vlooswijk een flink verschil in de huid en beharing van varkens. Een Hongaars Wolvarken heeft een echte vacht en kan zich beter wapenen tegen de koude, dan een vrijwel ‘kaal’ landrasvarken. De behaarde Duroc zit er tussenin.

Verder valt het hem op dat er verschillende types en lengtes van de varkensstaarten zijn. Sommige rassen hebben een vrij lange staart en andere hebben weer een zwaar behaarde staart. “Misschien heeft het couperen van staarten een negatief effect op de koelmogelijkheden van een varken. Voor de rat is de staart bijvoorbeeld een cruciaal koelelement.”

Dat de uier van een kraamzeug een grote warmtewisselaar is, bewijst Vlooswijk met een warmtebeeld. “Koelen van de uier zou dus heel effectief kunnen zijn. Maar koel je de uier en dus de buik te hard, dan kan de spijsvertering weer stil komen te liggen. Dan kan het dier weer te kampen krijgen met diarree. Er is nog veel te ontdekken.”
 

Bekijk het werk en het Thermolab van Vlooswijk bij bedrijf in beeld.