Ieder+bedrijf+eigen+curve
Achtergrond
©

Ieder bedrijf eigen curve

De voeding van de zeugen is meer en meer een kwestie van finetunen op het bedrijf. De voercurves tijdens dracht, zoogperiode en tijdens de gust periode zijn steeds specifieker. En zoals blijkt op het bedrijf van Jan en Henri van Esveld is het goed monitoren en eventueel bijstellen van die curve cruciaal.

Mooie uniforme tomen biggen en een goede levensduur van de zeugen, zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de voeding van de zeugen. Tijdens de zoogperiode is het onvermijdelijk dat zeugen gewicht en spekdikte verliezen. Belangrijk is daarom dat ze de zoogperiode starten met een goede spekdikte, zodat het conditieverlies niet of nauwelijks effect heeft op de resultaten van de volgende worp.

Jan en Henri van Esveld gebruiken de spekdiktemeting van de zeugen als een belangrijk stuur op de voeding van de zeugen. Bij de zeugen wordt aan het einde van de zoogperiode en net na spenen de spekdikte gemeten. In overleg met Theo ter Maaten (adviseur ABZ Diervoeding) zijn op basis hiervan de voercurves bepaald.

Daarbij komen de dragende gelten in een aparte groep en die krijgen dan ook hun eigen voercurve. De eerste vijf weken van de dracht is dat 2,6 kilo per dag, daarna loopt het op naar 2,8 kilo einde dracht. De oudere zeugen krijgen de eerste vijf weken 3,1 kilo per dag. Zeugen die te veel spek hebben verloren krijgen 10 procent meer. Te zware zeugen krijgen maar drie weken een hoog voerniveau. Henri: “Naast spekdikte kijken we hierbij ook naar de prestaties van de zeug. Soms verliest een zeug weinig spek, maar levert ze el een mooie grote toom. Daar houden we rekening mee.”

De voeding begin dracht heeft invloed op de uniformiteit van de tomen. Einde dracht zijn de biggewichten nog te verbeteren. Daarom is een jaar geleden de voeding einde dracht aangepast. Vijf weken voor werpen gaat de voergift omhoog naar 3,45 kilo voor de oudere zeugen en 3,3 kilo voor de jonge en zware zeugen. Twee weken voor werpen daalt de voergift weer een beetje. Henri: “Anders krijgen we te veel druk op de uier. Dat heeft nadelige effecten, onder andere op de gevoeligheid voor clostridium diarree.”

De aanpassingen in de voeding van de zeugen hebben ervoor gezorgd dat het aantal gespeende biggen bij de zeug in een jaar tijd is gestegen van 31,1 naar 32,6. Als volgende stap gaat nu eerst de aandacht uit naar de gelten. Daartoe was een verbouwing van de opfokstal nodig, waardoor er betere mogelijkheden komen om de gelten te flushen. Dat moet leiden tot betere resultaten in de eerste worp en vervolgens ook de worpen daarna.

Bekijk hier de beeldreportage.

Online kennissessies

Vitale Varkenshouderij

Meld je hier aan

Stelling

Loading

Weer

  • Zondag
    11° / 2°
    30 %
  • Maandag
    10° / 0°
    20 %
  • Dinsdag
    10° / 0°
    20 %
Meer weer