Strenger toezicht diervoeders

Vanaf 1 oktober gaat de NVWA strenger controleren op de handhaving van de diervoederregelgeving. Bij overschrijdingen van de maximale residulimiet van ongewenste stoffen zal bovendien strenger worden gestraft. Ook varkenshouders moeten zo’n overschrijding melden als dat blijkt uit de begeleidende informatie van de voeders.

Meer toezicht komt op het overtreden van de maximale limieten van ongewenste stoffen in diervoeders is een belangrijk verschil met het voorgaande interventiebeleid van de NVWA. Iedere schakel in de keten is verplicht om bij overschrijding van die limiet een melding te doen bij de NVWA. Dus dat geldt voor de importeurs, handelaren, transporteurs, de producenten van grondstoffen, toevoegingsmiddelen, voormengsels en diervoeders. Ook de verkopers van diervoeders en tenslotte de veehouders zelf. Dat melden was overigens al verplicht. De NVWA gaat er nu strenger op toezien dat die ook werkelijk gebeurt.

Bij nalaten van zo’n melding en bij andere overtredingen volgen strengere maatregelen en hogere straffen. Die zijn afhankelijk van et risico dat zo'n overtreding oplevert. Zijn er directe gevolgen voor de volksgezondheid, dan volgt nu een bestuurlijke boete en zo nodig een corrigerende interventie. Dat betekent dat een partij grondstof, voer en mogelijk ook de dieren worden geblokkeerd. Indien nodig worden partijen teruggehaald (recall) en eventueel volgt een melding via het Europese meldingssysteem Rapid Alert on Safe Food and Feed (RASFF).

Het nieuwe interventiebeleid van de NVWA bij het toezicht op diervoeders is overigens geen gevolg van de fipronil-affaire. Het nieuwe beleid was al in ontwikkeling en is onderdeel van de algemene wijzigingen in het interventiebeleid van de NVWA.