Aan de kaak stellen uitrijdverbod mest
Cumela Nederland heeft uitstel van het uitrijdverbod voor mest aangevraagd, bij voorkeur tot 1 oktober. De grillige natuur is daarvan de reden. Ook wil de brancheorganisatie de vastgestelde uitrijdperiode aan de kaak stellen omdat een verschuiving van het groeiseizoen wordt waargenomen.
Cumela Nederland heeft namens het bestuur van de sectie Meststoffendistributie uitstel van het uitrijdverbod voor mest aangevraagd. Bij voorkeur ziet de brancheorganisatie dat verbod pas 1 oktober ingaan.
De motivatie van Cumela is helder. Vanuit oogpunt van bemesting is het een heel extreem jaar geweest. Het koude en natte voorjaar zorgde ervoor dat op veel percelen geen of onvoldoende dierlijke mest kon worden aangewend. Daarbij komt het zeer wisselvallige weer waardoor de oogst van diverse gewassen is verlaat. Medio augustus was ongeveer de helft van de tarwe geoogst en in Noord-Nederland zelfs nog minder. Vanuit landbouwkundig oogpunt is het nodig om de laatste bemestingsbehoeftes in te vullen. Dat geldt ook voor grasland en maïsland waar groenbemesters op geteeld moeten gaan worden. Het verschuiven van de datum van een uitrijdverbod naar 16 september is daarom gerechtvaardigd, maar liever ziet Cumela een verlenging tot 1 oktober.
In de brief aan EZ-staatssecretaris Van Dam pleit Cumela ook meteen voor een permanente voorziening vanwege de grilligheid van de natuur. Het uitrijden van mest zou afhankelijk dien te worden van de weersomstandigheden: Als het land het toelaat en de plant het nodig heeft. Ook wil Cumela de vastgestelde uitrijdperiode aan de kaak stellen omdat een verschuiving van het groeiseizoen wordt waargenomen.
Cumela dringt er bij Van Dam op aan om binnen een week met een antwoord te komen. Een latere besluitvorming leidt tot de ongewenste situatie dat op beperkt beschikbare percelen veel mest wordt uitgereden en/of dat er forse structuurschade ontstaat.
NVV-voorzitter Ingrid Jansen meldt dat de vakbond voor varkenshouders het verzoek van Cumela helemaal onderschrijft.