Realtime emissie meten bij varkens kan
Twee jaar onderzoek door Wageningen Livestock Research toont aan dat realtime emissie meten in varkensstallen prima kan. De waarden van de realtime meting komen vrijwel exact overeen met de referentiemetingen. De gemeten ammoniakemissies bij vleesvarkens blijken daarbij lager dan de waardes in de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav).
Er zijn weinig representatieve cijfers over de emissie van methaan op varkens- en andere veebedrijven. Om die cijfers te krijgen, is gebruikgemaakt van twee jaar lang realtime meten van zowel de emissie van methaan als ammoniak. Dat realtime meten is te vergelijken met tweemaandelijkse referentiemetingen. Doel van de metingen was de methaanemissie uit traditionele huisvestingssystemen voor varkens vast te stellen en zicht te krijgen op de variatie binnen en tussen bedrijven van zowel de methaan- als ammoniak- en lachgasemissie.
De metingen zijn uitgevoerd op twee varkensbedrijven van oktober 2018 tot oktober 2020. Daartoe werd in twee afdelingen met vleesvarkens, twee afdelingen met biggen en e´e´n afdeling met dragende zeugen gebruikgemaakt van een bedrijfsmonitoringssysteem met sensoren voor ammoniak, methaan en kooldioxide. Daarnaast zijn elke twee maanden referentiemetingen uitgevoerd. Daarbij werd behalve de emissie van methaan en ammoniak ook de emissie van lachgas gemeten.
Realtime en referentie bijna gelijk
De continue realtime metingen blijken bijna dezelfde emissiewaardes voor methaan en ammoniak te geven als de tweemaandelijkse referentiemetingen. De gevonden verschillen waren klein en niet significant. Conclusie is dan ook dat realtime meten bij varkens een goede manier van meten is. Met realtime meten is vervolgens ook goed het effect van emissiereducerende maatregelen te bepalen.
Uit het onderzoek konden onvoldoende conclusies worden getrokken over de verschillen tussen bedrijven. Daartoe zijn in 2021 aanvullende metingen op extra bedrijven opgestart. Daarmee zijn de emissieniveaus zoals die nu zijn vastgesteld, beter te onderbouwen.
Volledig rooster biggen scoort beter
Bij de gespeende biggen blijkt er een duidelijk verschil te zijn in de emissies tussen de twee huisvestingssystemen die werden gemeten. Op het ene bedrijf liggen de gespeende biggen op een volledig roostervloer met een 27 procent metalen roosters boven het waterkanaal. De rest van de vloer was voorzien van een kunststofrooster boven het mestkanaal. De oppervlakte per big was hier 0,4 vierkante meter. Het mestkanaal was 60 centimeter diep.
De biggen op het andere bedrijf worden gehuisvest op een gedeeltelijk roostervloer 46 procent dicht en 54 procent rooster. Een derde deel van de roosters is composiet, twee derde gietijzer. De oppervlakte per big is 0,32 vierkante meter. De kelder was 150 centimeter diep.
De uitstoot van de biggen op de volledig roostervloer is het laagste. De methaanuitstoot is 1,5 kilo bij het realtime meten en 1,3 kilo bij de referentiemeting en de ammoniak 1,3 kilo methaan per jaar per dierplaats.
Hoger dan R
De ammoniakuitstoot is bij het realtime meten 0,41 kilo per jaar per dierplaats. De referentiemeting komt tot een bijna gelijk getal van 0,40 kilo per jaar per dierplaats. Deze metingen komen overeen met eerdere metingen aan eenzelfde huisvestingssysteem die op 0,44 kilo ammoniak per jaar per dierplaats uitkwamen. Ze liggen wel duidelijk hoger dan de Rav-emissiefactor die voor dit systeem op 0,2 kilo ammoniak per dier per jaar staat.
Op de gedeeltelijke roostervloer waren de emissies duidelijk hoger. De methaanemissie was 6,8 kilo volgens de realtime meting en 6,4 volgens de referentie. Ammoniak kwam tot 0,60 kilo bij realtime meten en 0,62 met de referentiemeting. De uitkomst van deze metingen komt wel vrijwel overeen met de Rav-emissiefactor van 0,69 kilo ammoniak per jaar per dierplaats.
Ammoniakemissie vleesvarkens lager dan Rav-waarde
De vleesvarkens op bedrijf 1 kregen droogvoer uit brijbakken. Op het bedrijf 2 kregen ze driemaal daags brijvoer. Op bedrijf 1 was de oppervlakte per varken 1 vierkante meter, met 53 procent betonnen rooster en 47 procent bolle dichte vloer. De afdeling is volledig onderkelderd en de kelderdiepte was 1,25 meter. De mestkelder komt niet iedere ronde leeg. Op bedrijf 2 is de oppervlakte per dier 0,8 vierkante meter met 40 procent dichte vloer en 60 procent betonrooster. De 1,5 meter diepe kelder zit hier alleen onder de roosters. De kelder komt hier iedere ronde leeg.
Op basis van de continue realtime metingen werd de gemiddelde ammoniakemissie op bedrijf 1 berekend op 2,1 kilo per jaar per dierplaats. De referentiemeting komt uit op 2,2 kilo ammoniak per dierplaats. Bedrijf 2 komt bij het continu meten uit op een emissie van 1,9 kilo per jaar per dierplaats en de referentiemeting is hieraan exact gelijk.
Gemiddelde ammoniakemissie
De gemiddelde ammoniakemissie is op beide bedrijven duidelijk lager dan uit eerder metingen op vier vleesvarkensbedrijven met een gedeeltelijk roostervloer naar voren kwam. Die meting kwam uit op 3,4 kilo per jaar per dierplaats. De emissies zijn op beide bedrijven ook flink lager dan de huidige Rav-emissiefactor van 3,0 kilo per jaar per dierplaats.
De gemeten methaanemissie is bij bedrijf 1 13,1 (realtime) en 12,9 (referentie) per dierplaats per jaar en op bedrijf 2 is dat 17,5 (realtime) en 20 kilo methaan per dierplaats per jaar. De methaanemissie is op bedrijf 1 lager en op bedrijf 2 wat hoger dan bij een eerder onderzoek in vier vleesvarkensafdelingen waar toen 17 kilo methaan werd gemeten.
Dragende zeugen
In een afdeling met groepshuisvesting voor dragende zeugen zijn ook metingen uitgevoerd. De zeugen werden gehuisvest in een afdeling met zeventig dieren verdeeld over twee groepen. De hokken hadden een 48 procent betonnen roostervloer en 54 procent dichte vloer. De kelder heeft schuine wanden, is 1,10 meter diep en wordt tweemaal per jaar schoongemaakt. De zeugen krijgen tweemaal daags droogvoer en hebben onbeperkt drinkwater ter beschikking.
Op basis van de continue realtime metingen komt de methaanemissie uit op 16,3 kilo per jaar per dierplaats. De referentiemetingen komen tot 18,5 kilo per jaar per dierplaats. Deze metingen zijn lager dan eerder gemeten in twee afdelingen met groepshuisvesting. Daar werd 25,2 kilo per jaar per dierplaats gemeten. Bij metingen met individuele huisvesting werd 20,8 kilo methaan per jaar per dierplaats gemeten.
De ammoniakuitstoot bleek bij continu meten uit te komen op 3,3 kilo per jaar per dierplaats. De referentiemeting toonde met 3,4 kilo een vrijwel gelijke waarde. Deze uitstoot is lager dan eerdere metingen bij dragende zeugen met groepshuisvesting die tot 3,9 kilo ammoniak per jaar per dierplaats komen. Ze zijn wel hoger dan de Rav-emissiefactor die voor voerligboxen met uitloop of zeugenvoerstations zonder strobed op 2,5 kilo per jaar per dier uitkomt.
Lees hier het complete rapport.