Zoeken naar besmettingsroute Hepatitis E

De ophef over de Hepatitis E maakt het nodig om uit te zoeken via welke route de mens besmet kan raken met het Hepatitis E-type dat bij varkens voorkomt. Volgens professor Wim van der Poel, onderzoeker bij het CVI in Lelystad is het nu gissen of vlees, mest, oppervlaktewater of een andere route het meeste risico oplevert . Hij pleit voor een uitgebreid onderzoek naar de besmettingsroute. “Het is nodig om de belangrijkste route te weten, zodat je gericht maatregelen kunt nemen. Je krijgt de infectie bij de varkens niet weg, dus je moet zorgen dat je de besmettingsroute onderbreekt.”

Dat Hepatitis E-virus (HEV) bij varkens voorkomt is geen vraag. Uit onderzoeken van anonieme mestmonsters door diverse instituten blijkt dat het virus op 50 procent van de vleesvarkensbedrijven in Nederland wordt gevonden. Het gaat daarbij om het zogeheten HEV genotype 3. Bij onderzoek van bloedmonsters van bloeddonoren blijkt dat ditzelfde genotype bij een op de 800 donoren voorkomt.

Die donoren zijn dus op de een of andere wijze besmet geraakt met het HEV genotype 3, zoals dat bij het varken voorkomt. Het grootste risico op besmetting loopt de mens waarschijnlijk door het eten van een varkensvleesproduct waarin niet-verhitte lever is gebruikt. Bij onderzoek van een rauwe ambachtelijke worst uit Corsica met daarin niet-verhitte lever werd het HE-virus aangetroffen. In Nederland worden echter nauwelijks producten gegeten waarin niet-verhitte varkenslever zit. Dus het is de vraag of de besmetting die bij bloeddonoren is gevonden wel via deze route gaat.

Een andere mogelijke route is die via de mest naar het oppervlaktewater. In oppervlaktewater is HEV genotype 3 gevonden. De kans bestaat dan dat de mens het virus oploopt via het eten van producten die met oppervlaktewater zijn besproeid. “Dat weten we nog niet zeker,” zegt Van der Poel. “We onderzoeken het op kleine schaal en vinden dan een besmetting, maar weten dan nog niet of dit een belangrijke route is.”