Meer vaccineren verhoogt kosten

Het antibioticagebruik op varkensbedrijven is tussen 2009 en 2014 meer dan gehalveerd. Bij zeugen is het aantal dagdoseringen per dierjaar gedaald van 25 in 2009 naar 11 in 2014 (-56 procent). In dezelfde periode daalde bij vleesvarkens het aantal dierdagdoseringen van 16 naar 8. Bij vleesvarkens zijn de diergezondheidskosten duidelijk gedaald en lager gebleven. Opvallend is volgens de onderzoekers van LEI van Wageningen dat de sterke vermindering van het antibioticagebruik in de zeugenhouderij juist niet heeft geleid tot een daling van de diergezondheidskosten. Integendeel zelfs, die kosten zijn toegenomen van 68 euro (in 2009) tot 85 euro per zeug (in 2014). Een stijging van 25 procent.

Het LEI analyseerde daarom de cijfers van 43 gespecialiseerde zeugenbedrijven. Zij realiseerden in 2014 gemiddelde diergezondheidskosten van 88 euro per zeug. De helft van de bedrijven met de laagste gezondheidskosten kwam uit op gemiddeld 59 euro. De helft ‘hoogste’ zat gemiddeld 44 euro per zeug per jaar hoger. Deze bedrijven met hogere diergezondheidskosten bleken bij nader onderzoek meer te vaccineren: Ruim 40 procent van de verschillen in diergezondheidskosten is te verklaren uit het hogere aantal vaccinaties.

Een gemiddeld zeugenbedrijf verricht volgens LEI iets minder dan 60 vaccinaties per gemiddeld aanwezige zeug. Die vaccinaties worden grotendeels aan de biggen toegediend, iedere grootgebrachte big krijgt ongeveer twee vaccinaties op het zeugenbedrijf. LEI maakte de volgende verdeling van de verschillende typen vaccinaties: 35 procent tegen het Circo, 31 procent tegen Mycoplasma, 12 procent tegen PRRS en 22 procent overige dierziekten. Uitgaande van twee vaccinaties per big zou dit betekenen dat gemiddeld circa 70 procent van de biggen wordt ingeënt tegen Circo, 62 procent tegen Mycoplasma en 24 procent tegen PRRS.