Gezonder met verrijking

Biggen die vanaf de geboorte veel hokverrijking krijgen, zijn weerbaarder. Na een besmetting met PRRS en App herstellen ze sneller en hebben minder longafwijkingen. Ingrid van Dixhoorn heeft dit in haar onderzoek aangetoond.

Het is al langer bekend dat stress een negatieve invloed heeft op het immuunsysteem (vooral bij de mens onderzocht) In het onderzoek heeft Van Dixhoorn twee uitersten vergeleken. Biggen in een gangbaar kraamhok met twee kettingen als speeltjes werden vergeleken met biggen die naast het normale kraamhok nog eenzelfde oppervlakte dichte vloer erbij hadden. Daar kreeg deze laatste groep turf, zaagsel, stro, takkenbossen en jute zakken als verrijkingsmateriaal. Dit materiaal was behandeld zodat dit geen ziektekiemen meebracht. Daarnaast konden de biggen van twee naast elkaar gelegen verrijkte kraamhokken de laatste week bij elkaar komen. Zodat ze al voor het spenen konden socialiseren. De behandeling van de biggen was verder gelijk. In beide typen kraamhokken werd bijvoorbeeld dagelijks de mest weg geschept.

Na spenen gingen de biggen op transport en werden de biggen uit de verrijkte kraamhokken gemengd, net als de biggen uit de conventionele kraamhokken. De eerste effecten van de hokverrijking en het socialiseren komen dan al naar voren. De verrijkte biggen vechten korter na het mengen, het aantal huidbeschadigingen ligt dan ook duidelijk lager bij deze groep.

Na spenen zijn alle biggen bewust besmet met het PRRS-virus en na een week ook met App. De ziektekiemen sloegen bij beide ‘typen’ biggen even hard aan. Bij zowel de biggen uit de verrijkte hokken als uit de conventionele hokken was er een koortspiek. Bij de biggen uit de verrijkte hokken was de koortspiek echter snel over, terwijl deze aanhield bij de conventionele biggen. De verrijkte biggen toonden ook duidelijk minder ziekteverschijnselen, zoals lang liggen en bij elkaar kruipen.

Om de effecten in het dier zelf aan te tonen zijn de biggen enkele dagen na de App-besmetting geslacht en zijn de longen beoordeeld. Die waren bij de biggen uit de verrijkte hokken duidelijk veel gezonder. Slechts bij 7,1 procent van de longen werden zichtbare longlaesies gevonden (ondanks de besmetting met PRRS en App). Bij de biggen uit de conventionele hokken werden in maar liefst 57,1 procent van de gevallen longlaesies gezien. Ook microscopisch bleek dat de longafwijkingen bij de verrijkte dieren veel minder ernstig waren.

Nu kunnen zeugenhouders natuurlijk niet zomaar even hun kraamhokken tweemaal vergroten en zoveel verrijkingsmateriaal toepassen. Daarom is er wat betreft Van Dixhoorn dan ook vervolgonderzoek nodig. “Welke maatregelen hebben het meest bijgedragen aan dit spectaculaire verschil. Was dat de sociale verrijking, oftewel twee tomen bij elkaar laten, waardoor de biggen minder stress ondervinden bij het spenen? Of was het juist de hokverrijking, waardoor de biggen hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen en dus minder last hebben van stress? Als we dat weten worden de mogelijkheden om (een deel van) dit positieve effect in bestaande kraamhokken te bereiken snel duidelijk. Jute zakken kunnen bijvoorbeeld al goed worden toegepast in conventionele kraamhokken en ook het socialiseren voor het spenen kan wel eens een goede stap zijn.”