Goede start door geleidelijk spenen
Door geleidelijk te spenen, wennen alle biggen al aan vast voer in het kraamhok. Dat begint met melk bijvoeren en gaat via pap over naar droog voer. Daardoor nemen biggen in het kraamhok al 500 gram extra vast voer op.
Door geleidelijk te spenen wennen alle biggen al aan vast voer in het kraamhok. Dat begint met melk bijvoeren en gaat via pap over naar droog voer. Daardoor nemen biggen in het kraamhok veel meer vast voer op en vreten ze na het spenen gewoon door. Vooral de lichtere biggen profiteren van deze voorsprong.
Onderzoek door onder andere Wageningen Livestock Research, heeft duidelijk aangetoond dat biggen die alleen maar zeugenmelk drinken na het spenen in de problemen komen. De biggen die vóór het spenen wel vast voer opnemen, blijven na het spenen gewoon door eten. Daarom is het van groot belang dat álle biggen in het kraamhok wennen aan vast voer. Ook omdat de darmen dan al gewend raken aan het verteren van plantaardig eiwit en zetmeel.
“Wennen aan vast voer kan het beste door te starten met melk bijvoeren”, stelt Roel van der Bruggen van SwiNco. “Vrijwel alle biggen nemen wat kunstmelk op. Daardoor leren ze al heel jong dat er naast de zeug ook nog ergens anders voer te halen valt. Met bijvoeren van droog voer krijg je dat veel minder goed voor elkaar.”
Voor het trainen van de biggen heeft SwiNco een specifiek schema uitgedokterd. Dat begint op de dag na de geboorte met het bijvoeren van kleine hoeveelheden kunstmelk. Het mooiste gaat dat met een systeem met melkcups waaruit de biggen 24 uur per dag melk kunnen drinken. Na 11 dagen gaat de kunstmelk in drie dagen tijd over naar een vloeibare préstarter dat ook met de melkcup is te voeren. Tegelijkertijd begint de zeugenhouder met het bijvoeren van een melkkorrel. Dat krijgen de biggen minimaal tweemaal daags in een apart schaaltje. Op dag 21 stopt het bijvoeren van de vloeibare préstarter. De biggen zijn dan al aan het overschakelen naar speenvoer, hetzelfde voer dat ze ook na spenen krijgen.
Met geleidelijk spenen is een hele hoge voeropname in het kraamhok te bereiken. Grootste voordeel is dat de biggen goed worden voorbereid op de periode na het spenen en de overgang van melk naar plantaardig voer. SwiNco heeft dit uitgetest op een praktijkbedrijf. De ene helft werd daarbij geleidelijk gespeend met melk en préstarter via melkcups en droogvoer. De andere helft van de biggen werd zo goed mogelijk voorbereid op het spenen met droogvoer vanaf dag vier, met dezelfde hoogwaardige samenstelling.
De totale opname met alleen droogvoer was met 368 gram gemiddeld per big al behoorlijk hoog. Met het schema van melk, préstarter, melkkorrel en speenvoer was de opname nog veel hoger: 894 gram. Dat bestond uit 102 gram droge stof uit melk, 691 gram droge stof uit de vloeibare préstarter, 41 gram melkkorrel en nog eens 61 gram speenkorrel. Met het geleidelijk spenen werden meer en zwaardere biggen gespeend. Het toomgewicht steeg hierdoor met gemiddeld 10,25 kilo.
Na spenen bleek dat vooral de lichte biggen voordeel hebben van het geleidelijk spenen. Bij het spenen was er nog geen verschil in gewicht tussen de biggen op droogvoer en de biggen op het schema van melk, préstarter en droogvoer. Op dag 102 was het gemiddelde gewicht van vleesvarkens die in het kraamhok droogvoer kregen 81,14 kilo. De biggen die starten met melk, vloeibare prestarter en droogvoer kregen, wogen op 102 dagen maar liefst 96,26 kilo. De groei per dag van de lichte biggen steeg dan ook van 739 gram met droogvoer in het kraamhok naar 888 gram per dag.
Bekijk hier de beeldreportage.
Meer leren over bigvitaliteit? Bezoek dan de Kennissessie Kengetallen: bigvitaliteit.
Bekijk hier de Uitnodiging Kennissessie Technische Kengetallen