Vleeswarenindustrie belangrijk voor prijs

De vleeswarenindustrie is niet minderwaardig aan de vers vlees markt. Voor een goede prijs is de vleeswarenindustrie juist heel belangrijk, maakte Vion Pork topman Frans Stortelder de toehoorders tijdens het Topigs Norsvin event ‘Op het scherpst van de snede’ duidelijk. Want 70 procent van het vlees gaat via de vleeswarenindustrie naar de consument en dat gaat grotendeels via de export wereldwijd.

De varkenscyclus in de prijzen verdwijnt niet. De pieken en dalen zullen volgens Stortelder eerder groter worden. “Varkenshouders zullen daar aan moeten wennen. Bij lage prijzen hoeven ze niet aan te kloppen bij de politiek. De retail de schuld geven omdat ze te lage prijzen betalen voor vers vlees helpt ook niet. Want de prijs wordt internationaal bepaald.”

Varkenshouders moeten zich wel afvragen of ze nog belang hebben bij dagelijks veranderende prijsnoteringen. “Dat beschermt de varkenshouder niet tegen lage prijzen”, zegt de topman. “Die wekelijkse notering maakt juist de onderhandelingspositie naar onze afnemers slechter. En we krijgen te maken met soms hele grote variaties in het aanleveren van varkens waardoor we onze klanten niet goed kunnen bedienen.”

De Nederlandse varkenssector kan het niet redden op kostprijsleiderschap, dat kunnen onze concurrenten beter. Stortelder: “Daarom moet de sector zich richten op het leveren van hoogwaardige producten; niet alleen voor de interne markt, maar vooral ook voor de export. Ieder individueel varkenskarkas moet een maximale opbrengstwaarde opleveren.”

Voor de Nederlandse markt werkt Vion al geruime tijd met Good Farming Star dat vlees levert aan de centrale slagerij van Albert Heijn. Het vlees ligt als 1 Ster van Beter Leven Keurmerk in de winkels. Ruim twee jaar geleden is daarbij de afspraak gemaakt om ook alle vleeswaren vanuit deze keten te gaan leveren. Tegelijk werden de verschillende acties beter onderling afgestemd zodat er niet tegelijk vraag is naar hammen voor vers vlees en voor vleeswaren. Nu wordt dan ook vrijwel het gehele karkas van het varken gebruikt. Daardoor kon de vergoeding voor het Beter Leven varken overeind blijven. Het betekent ook dat 40 procent minder varkens nodig zijn om aan de vraag te voldoen en er vrijwel geen groei in aantal deelnemers mogelijk is.

De afzet via de vleeswarenindustrie is dus heel belangrijk voor de overige varkenshouders. Die afzet kent heel veel productmarktcombinaties, zoals de hammen voor de drogerijen in Italië, kleine filets naar Japan, vette buiken voor steengrillen naar Zuid-Korea. Om altijd die verschillende deelmarkten te kunnen beleveren heeft Vion Good Farming Balance geïntroduceerd. Met de module Breed kan de varkenshouder daarbij flinke voordelen behalen”, zegt Stortelder. “In een of twee keer leveren krijg je de stal leeg. Dat geeft een flink gezondheidseffect en verbetert de stalbezetting flink. Dat is positief voor de voerwinst.

Tegelijk kunnen de varkenshouders kiezen voor een systeem van prijsgarantie of zelf een lange termijn prijs. Dat zorgt voor leveringszekerheid naar de slachterij en voor het dempen van de prijsdalen en pieken voor de varkenshouder. Door te werken met een prijs op basis van vier noteringen (Duitse ZMP, Danish Crown, Westvlees Belgie en Llerida Spanje) is er zekerheid dat die prijs marktconform is.

De nieuwe aanpak heeft er al voor gezorgd dat Vion Pork een nieuwe ham voor de Italiaanse droge hammen markt kunnen introduceren: de Robusto. Daarnaast groeit de afzet op de lucratieve Japanse markt (die heeft maar een zelfvoorzieningsgraad van 40 procent). Vion exporteert dit jaar al 40.000 ton naar Japan en Stortelder verwacht dat dit groeit naar 50.000 en zelfs 60.000 ton.