Prima resultaat bepaald door gezondheid, beerkeuze en voeding

Goede prestaties bereiken met zowel de zeugen als de vleesvarkens begint volgens Antoon en Wilma Schouten met een goede gezondheidsstatus van de varkens op het bedrijf. Met de juiste keuze van de eindbeer en goed voer kun je dan prima resultaten halen.

Basis van een goede gezondheid ligt in het bij elkaar houden van de tomen biggen. Na spenen blijven ze bij elkaar in de kraamopfokhokken en ook bij het opleggen in de vleesvarkensstal op 9 weken leeftijd blijven ze zoveel mogelijk bij elkaar. Omdat de tomen bijna altijd groter zijn dan in een hok past, zijn er in iedere afdeling wel een of twee hokken met gemengde tomen. Omdat de gezondheidsstatus van het bedrijf goed is, leveren die paar mengtomen echter geen of nauwelijks problemen op.

Ook na de overschakeling van borgen naar beren zijn de tomen bij elkaar gebleven. Het bevalt nog steeds goed en beergedrag blijft ook heel beperkt. “Als de varkens hard groeien, lever je de beren jong af en heb je ook nog geen problemen”, zegt Wilma. “Door het toombeleid kennen we geen App bij de vleesvarkens of problemen met Streptokokken bij de biggen”, weet Antoon. “Het antibioticagebruik staat op een erg laag pitje met 2 dierdagdoses bij de zeugen, 0,1 bij de gespeende biggen en 0,2 bij de vleesvarkens.”

Van droog naar brij
De biggen krijgen in het kraamhok en de opfok droogvoer. De vleesvarkens krijgen brijvoer. De overgang van de opfok gaat probleemloos. De eerste dagen strooit Antoon nog wel wat droogvoer op de vloer. Ook om het lig- en mestgedrag van de biggen goed te sturen.

De vleesvarkens krijgen een rantsoen van CCM, Hamino, aardappelstoomschillen, tarwegistconcentraat, soja en Bondamix met aanvullend voer. Tot 50 dagen leeftijd zit er 14 procent van het voormengsel van CCM en Hamino in het voer. Antoon: “Als we er meer in doen, dan is de brij te zuur en vreten de biggen het niet goed genoeg.”
Het startvoer heeft een drogestofgehalte van 26 procent. De tussen- en eindvoeders hebben een drogestofgehalte van 24 procent. Het startvoer heeft een EW-waarde van 116 en Lyisine/EW verghouding van 8,8. Het tussenvoer bevat 15 procent voormengsel een EW van 117 met 8,15 Lysine/EW. In eindvoer 1 zit 19 procent CCM/Hamino, het heeft een EW 120 met Lysine/EW 7,60. In eindvoer 2 is de Lysine/EW verhouding verlaagd naar 7,40.

Prima classificatie
De Tybor-vleesvarkens groeien gemiddeld ruim 860 gram per dag op deze rantsoenen met een EW-conversie van 2,54. Afleveren van de vleesvarkens kan meestal in twee keer. En de uniformiteit is prima, ook al zitten er 10 tot 15 procent fokkerijbijproducten tussen. Van de beren valt 92,6 procent binnen het gewichtstraject van 81 tot 107 kilo en van de gelten valt 93,8 procent binnen het traject van 81 tot 109 kilo. Antoon: “Dat verwacht lang niet iedereen van de Tybor.”

Ook de classificatie is goed: vijftien procent krijgt een AA en levert 4 cent toeslag op. En het grootste deel van de varkens valt in het toeslagtraject voor spek- en spierdikte. Gemiddeld is de spekdikte bij de beren 12,7 millimeter en bij de gelten 12,8 millimeter. De spierdikte is daarbij 64,5 bij de beren en 67,4 bij de gelten.