Zwaarste eerstgeboren biggen apart zetten
Bij grote tomen biggen is het van belang om te zorgen voor een goede verdeling van de biest met split-suckling. Onderzoek naar apart zetten van de zware of de eerstgeboren biggen geeft aan dat de combinatie hiervan waarschijnlijk het beste is.
Het onderzoek is uitgevoerd op de universiteit van Kansas in de Verenigde Staten. Biggen werden direct na de geboorte gewogen en de geboortevolgorde werd vastgelegd. Bij de ene proefgroep werden de zes zwaarste biggen apart gezet. Bij de andere proefgroep werd de helft van de toom die het eerste was geboren apart gezet. Bij de meeste zeugen duurde het werpen 4,5 uur of minder. Zes uur na de start van werpen werden de biggen apart gezet.
De biggen bleven 1,5 uur apart zitten. Er werd op gelet dat de biggen bij de zeug in die tijd minimaal één zoogbeurt kregen. Daarna werden de biggen weer teruggezet en konden alle biggen onbeperkt zogen. Naast de twee proefgroepen was er een controlegroep, waarbij geen split-suckling werd toegepast.
Hogere groei
Het apart zetten van de zwaarste biggen lijkt het beste effect te hebben. De biestopname en immunocrit waarde –maat voor de opname van antistoffen uit de biest- zijn dan beter en ook de bigoverleving is het beste. Deze verschillen zijn echter niet groot genoeg om significant te zijn. Apart zetten van de zwaarste biggen zorgt ook voor een hogere gemiddelde groei tijdens de zoogperiode. In de eerste zeven dagen zijn de biggen gemiddeld 170 gram zwaarder, een significant verschil. Op twintig dagen is het verschil 280 gram, maar is net niet meer significant.
Het apart zetten van de eerstgeboren biggen had geen groot effect. Wel lijkt de verdeling van de antistoffen bij deze aanpak beter. Op basis van dit en andere onderzoeken naar split-suckling is de conclusie dat het waarschijnlijk het beste is om de zwaarste eerstgeboren biggen apart te zetten. Daardoor krijgen de lichte laatstgeboren biggen de meeste kans om voldoende biest en antistoffen op te nemen.