Versheid verhoogt gasopbrengst bij varkensmest flink
Bij monovergisting van varkensmest is de versheid van de mest erg belangrijk. Door goede kwaliteit verse vleesvarkensmest te gebruiken, draait de installatie van Willy Tijs en René Cornelissen als een tierelier. Op jaarbasis is 25 tot 30 procent minder mest nodig dan vooraf berekend, stellen zij.
Varkenshouder Willy Tijs organiseerde samen met René Cornelissen van CCS Energieadvies op 24 juni een open dag op het bedrijf met monovergistingsinstallatie.
Tijs, die in het Overijsselse Hoge Hexel zelf vierduizend vleesvarkens houdt, vertelde enthousiast dat de installatie beter werkt dan vooraf gedacht. 'We gingen ervan uit dat we op jaarbasis een aanvoer van 20.000 kuub varkensmest nodig hadden om gemiddeld 40 kuub groen gas per uur te produceren. Dat blijkt lang niet nodig. We voeren maar 14.000 tot 15.000 kuub mest aan en halen gemakkelijk de 40 kuub groen gas per uur.'
'De installatie in Hoge Hexel laat zien dat het ook nog wel eens beter kan gaan dan vooraf gedacht', zegt Cornelissen, die mede-eigenaar is van de installatie in Hoge Hexel. 'Vaak hoor je alleen van zaken die tegenvallen, maar we laten zien dat het ook anders kan. In varkensmest zit meer biogas dan gedacht, indien de mest maar vers genoeg is.'
In varkensmest zit meer biogas dan gedacht
Dat de productie van het biogas meevalt, heeft twee oorzaken. 'Op de eerste plaats hebben we van begin af aan alle binnenkomende mest gecontroleerd op organischestofgehalte', zegt Tijs. 'Minimaal is 6 tot 8 procent nodig. Ten tweede is de versheid van de mest van belang. De mest mag dertig tot hooguit veertig dagen oud zijn. Dat hebben we goed in de hand, omdat we de mest zelf ophalen. Sneller dan om de dertig dagen de mest ophalen zou nog beter zijn, maar dat lukt meestal niet. Dan loop je het risico dat je alleen dunne mest krijgt.'
Hele dorp krijgt gas
Met de 40 kuub groen gas per uur die de installatie produceert, zijn in principe alle 250 huishoudens in het dorp Hoge Hexel van groen gas te voorzien. Het groene gas gaat niet rechtstreeks naar die huishoudens, maar wordt op het aardgasnet geïnjecteerd. De installatie is hiertoe uitgerust met de Bio-Up-installatie om het biogas op te werken naar aardgaskwaliteit. Om aan de veiligheidseisen te voldoen, wordt ook een geurstof aan het groene gas toegevoegd, net als bij aardgas gebeurt.
Het digestaat wordt na de mestvergisting gescheiden in een dunne en dikke fractie. De dikke fractie wordt geëxporteerd, de dunne fractie wordt in de buurt afgezet.
Om te zorgen dat de mestvergisting goed verloopt, wordt het vergistingsvat opgewarmd. Dat gebeurt met restwarmte van de varkens. Daartoe zit er een grote warmtewisselaar in de centrale luchtafvoer. Een warmtepomp verhoogt die restwarmte tot de benodigde 38 graden.
Ammoniakstripper
De ontwikkelingen rondom de installatie staan niet stil. Er komt als eerste nog een ammoniakstripper bij. De ammoniak die hiermee uit de mest wordt gehaald, komt dan beschikbaar als kunstmest.
Daarnaast komt er volgend jaar nog een vleesvarkensstal bij van zo'n 1.400 varkens. Die wordt uitgerust met spoelgoten van Jovas, waardoor dagontmesting mogelijk is. De opbrengst aan biogas komt nu naar verwachting uit op 40 kuub per kuub mest, flink hoger dan de 28 kuub biogas per kuub die nu uit de installatie komt. Om dit gas goed te benutten, komt er een extra gasopslag op het erf en wordt het gas ook gebruikt voor landbouwmachines en vrachtwagens.