Griep+niet+langer+seizoensgebonden
Partner Ceva Santé Animale

Griep niet langer seizoensgebonden

Vroeger werden we vooral geconfronteerd met griep bij varkens tijdens de wintermaanden. Na een uitbraak verdween het griepvirus meestal vrij snel weer uit het bedrijf. Tegenwoordig blijven griepvirussen vaak lange tijd circuleren en is het niet langer een seizoensgebonden ziekte.

Griepvirussen zijn continu in verandering. Enerzijds door mutaties, waarbij er kleine wijzigingen ontstaan in het genetisch materiaal van het virus. Anderzijds door de uitwisseling van genetisch materiaal tussen verschillende griepvirussen, waardoor reassortanten of mengvormen ontstaan. Deze reassortanten zijn verantwoordelijk voor het gewijzigde ziektebeeld.

Klassieke griepuitbraken minder vaak waargenomen

Klassieke griepuitbraken worden gekenmerkt door de welbekende symptomen. De varkens hebben koorts, zijn lusteloos en stoppen met eten. Deze symptomen worden vaak gevolgd door longontsteking en hoest, met verhoogde sterfte tot gevolg. Door de koorts kunnen er ook abortussen optreden bij drachtige zeugen.

Deze klassieke vorm van influenza, die ook wel de epidemische vorm wordt genoemd, komt tegenwoordig minder vaak voor op varkensbedrijven. We zien deze epidemische uitbraken vooral tijdens de wintermaanden, als er een nieuwe griepstam in het bedrijf binnenkomt of wanneer de infectiedruk van de al aanwezige griepstammen toeneemt door minder gunstige omgevingsomstandigheden zoals temperatuurschommelingen en een verminderde luchtcirculatie.

Vaker een slepend ziektebeeld met minder typische symptomen

Sinds de introductie van pandemische griepstammen bij varkens in 2009 zien we een toename van de endemische vorm van influenza. Het griepvirus blijft circuleren in het bedrijf, met steeds terugkerende luchtwegproblemen of koortsgolven bij andere diergroepen. Het feit dat er in een varkensbedrijf steeds nieuwe, gevoelige diergroepen (bijvoorbeeld jonge biggen) aanwezig zijn, die niet eerder in contact kwamen met het griepvirus, zorgt ervoor dat het virus in het bedrijf blijft circuleren.

Infecties met pandemische subtypes veroorzaken vaak reproductieproblemen bij zeugen, in het bijzonder meer terugkomers. Daarnaast zie je ook abortussen optreden en zwakke biggen. De zeugen hebben niet noodzakelijk hoge koorts.

Pandemisch H1panN1-virus

In een onderzoek uitgevoerd op 137 Duitse varkensbedrijven werd de impact van een infectie met een pandemische griepstam op de reproductieresultaten van de zeugenstapel becijferd (1). In deze bedrijven werden de zeugen gevaccineerd met een influenzavaccin dat het pandemisch H1panN1-virus bevat, nadat eerder een besmetting met een pandemisch influenzavirus werd vastgesteld. Het percentage terugkomers daalde met meer dan 3 procent en jaarlijks werd meer dan één big extra gespeend per zeug.


Vaccinatie van zeugen met een vaccin tegen het pandemisch influenza subtype H1panN1 zorgde voor een daling van het percentage terugkomers met 3,34 % en voor een toename van het aantal gespeende biggen met 1,36 biggen per zeug per jaar. (1)

Ook biggen zijn gevoelig voor griepinfecties. Biggen die bij het spenen al met het griepvirus besmet zijn, hebben na het spenen een hogere sterfte en lagere groei. (2,3) De antistoffen die biggen via de biest van de zeug krijgen, zorgen ervoor dat zuigende biggen niet ziek worden, maar kunnen niet verhinderen dat de biggen geïnfecteerd worden met het griepvirus. Dit betekent dat biggen al in het kraamhok met het griepvirus besmet kunnen zijn zonder dat ze zichtbare ziektesymptomen vertonen. Deze biggen zijn een infectiebron voor andere dieren en houden de circulatie van het griepvirus binnen het bedrijf in stand.

Klassieke griepuitbraken bij vleesvarkens worden gekenmerkt door typische symptomen zoals kortademigheid, koorts en hoesten. Bij de endemische vorm zijn de symptomen niet zo duidelijk. Vaak is er alleen een verhoogd antibioticagebruik voor de behandeling van co-infecties en een verminderde groei en verhoogde voederconversie waar te nemen. (4) Soms kan er ook een verhoogde sterfte optreden. Kenmerkend is dat er ziektegolven worden waargenomen, waarbij niet elke groep even zwaar getroffen wordt.

Hele jaar door

Pandemische griepstammen verspreiden zich minder snel van dier tot dier en de beschermende immuniteit na een infectie is korter. Hierdoor blijven deze griepstammen langer in een bedrijf aanwezig en kunnen er steeds opnieuw dieren ziek worden. Bovendien blijven griepvirussen het hele jaar door in de varkensstapel circuleren. Ze zijn niet langer seizoensgebonden, zoals vroeger het geval was.

Pasgeboren biggen, die nog niet eerder in contact kwamen met het griepvirus, zijn hier voortdurend het slachtoffer van. Omdat er binnen het bedrijf steeds nieuwe, onbeschermde dieren aanwezig zijn, wordt het infectieproces in stand gehouden.

Symptomen vaak erger door co-infecties

Stressfactoren, zoals temperatuurschommelingen en slechte luchtkwaliteit of tocht, kunnen de ziekte verergeren. Ook infecties met andere ziekteverwekkers kunnen de symptomen verergeren en de verliezen vergroten. Denk hierbij aan bacteriële infecties met Mycoplasma hyopneumoniae, Streptococcus suis, Actinobacillus pleuropneumoniae, Glaesserella parasuis en virale infecties met het PRRS-virus of het PCV2-virus.

Het griepvirus beschadigt de longen en is hierdoor een ideale wegbereider voor andere ziekteverwekkers. Zo bleek uit onderzoek dat een Streptococcus suis-stam die op zichzelf geen ziekmakende eigenschappen had, zich na een griepinfectie toch aan de longen kon hechten en klinische problemen kon veroorzaken (5). Hetzelfde werd waargenomen bij Glaesserella parasuis, de bacterie die de ziekte van Glässer veroorzaakt. Ook van deze bacterie zijn er stammen beschreven die meer ziekmakend zijn na een griepinfectie (6).

Bronnen:
1. Gumbert et al. Porcine Health Manag. 2020 Jan 23;6:4. DOI: 10.1186/s40813-019-0141-x
2. Gebhardt et al. Transl Anim Sci. 2020 May 4;4(2):txaa052. DOI: 10.1093/tas/txaa052
3. Alvarez et al. Prev Vet Med. 2015 Oct 1;121(3-4):240-5. DOI: 10.1016/j.prevetmed.2015.07.003
4. Er et al. J Anim Sci. 2016 Feb 94(2):751-9. DOI: 10.2527/jas.2015-9251
5. Lin et al. PLoS One. 2015 Apr 23;10(4):e0124086
6. Pomorska-et al. BMC Vet Res. 2017;13:1–12.

Over Ceva Santé Animale

Ceva Santé Animale streeft er voortdurend naar om betere oplossingen te vinden voor bestaande en opkomende dierziekten, waardoor de gezondheid, het...

Lees verder »