Wiersma noemt tijdelijk fosfaatrechten innemen serieuze optie
Fosfaatrechten tijdelijk uit de markt nemen in ruil voor een vergoeding kan voor een deel van de melkveehouders een optie zijn om de mestproductie te verlagen. Dat zegt minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Donderdag debatteerde zij met de Tweede Kamer over het mestbeleid.
Coalitiepartijen VVD en NSC pleiten voor het tijdelijk innemen van fosfaatrechten en ook voor Wiersma is het een 'serieuze overweging'. Ze besprak het voorstel al met sectorpartijen. Volgens de minister staan die er 'welwillend' tegenover.
De financiering van zo'n tijdelijke productiepauze moet wel uit de sector zelf komen. Ook daarover zijn VVD-Kamerlid Thom van Campen en NSC-Kamerlid Harm Holman het eens met Wiersma.
Randvoorwaarde
'Het is wel belangrijk dat private partijen daar een substantiële bijdrage aan leveren. En niet alleen uit de primaire sector. Dat is een randvoorwaarde', benadrukt Wiersma. Ze vindt dat meerdere schakels in de zuivelketen hierin moeten samenwerken. Daarmee reageert ze op een opmerking van CDA-Kamerlid Eline Vedder die het oneerlijk zou vinden als alleen de zuivelcoöperaties ervoor op moeten draaien. 'Want dat is feitelijk ook boerengeld', brengt Vedder in.
De uitkomst van dit sectorplan is nog ongewis. Wiersma kondigt vervolggesprekken aan, maar wil niet vooruitlopen op de uitkomst daarvan. Holman zegt nog weinig interesse te proeven in de sector. Van Campen: 'Iedereen met een aandeel in de hele keten heeft hier een verantwoordelijkheid.'
Bredere beëindigingsregeling
Wiersma heeft deze week de contouren van de nieuwe brede beëindigingsregeling naar de Tweede Kamer gestuurd. Deze richt zich op verouderde bedrijven en boeren die bij eerdere opkoopregelingen buiten de boot vielen omdat ze niet aan de voorwaarden voldoen. Van rechts tot links zien partijen in een bredere regeling een manier om de mestproductie flink terug te schroeven en vragen de bewindsvrouw deze zo snel mogelijk open te stellen.
De minister voelt die urgentie ook, maar wil vooral zorgvuldigheid betrachten. Ze wijst toespelingen over het vertragen van opkoop resoluut van de hand. 'Zo'n regeling moet eenvoudig en robuust zijn. We willen het wel echt zo snel mogelijk openzetten en we zijn er op het ministerie bijna dagelijks mee bezig', benadrukt ze.
Vrijwillig
Wiersma kan geen inschatting maken hoeveel boeren er mee gaan doen aan de brede beëindigingsregeling. 'Het is een vrijwillige regeling. Dus op voorhand inschatten hoeveel er wordt geëffectueerd, is moeilijk.' In een woensdag verzonden Kamerbrief schreef ze dat ongeveer de helft van alle veehouderijlocaties in Nederland nog geen aanspraak heeft kunnen maken op een van de eerdere vrijwillige stoppersregelingen.
In via RTL Nieuws uitgelekte concept-Kamerbrief staat dat Wiersma 1 miljard euro wil uittrekken voor de nieuwe beëindigingsregeling. Dat is voor een periode van vijf jaar. De minister zelf wil niet op dit bedrag ingaan zolang de ministerraad dit nog niet heeft goedgekeurd.
Wiersma kreeg van CDA en GroenLinks-PvdA het verzoek mee om wat dieper in de buidel te tasten. 'Dat is bij lange na niet genoeg', vindt Vedder, die zelf een budget van 1,5 à 2 miljard euro al 'optimistisch' zou vinden met het oog op de druk op de mestmarkt en de te halen milieudoelen.
Grondgebonden veehouderij
De minister werkt ook aan plannen voor een grondgebonden veehouderij. Dit is een afspraak die onder het vorige kabinet is gemaakt met de Europese Commissie. Ook hier verlangt de Tweede Kamer meer vaart in de beleidsvorming.
'De keuze voor grondgebondenheid zou een hele grote structuurwijziging zijn. Ik wil dit zorgvuldig doen. We doen dit stap voor stap', zegt Wiersma. Ze wil voor de zomer van 2025 met een voorstel komen. Maar eerst wil zij meer onderzoek doen naar onder meer de economische gevolgen voor de sector en de regio's.
Dat laatste is een zorg die BBB-Kamerlid Caroline van der Plas tijdens het debat uitte. Een krimp van de veestapel gaat volgens haar ten koste van de bedrijvigheid en werkgelegenheid op het platteland. 'De mestcrisis heeft nu al grote gevolgen', stelt Van der Plas.
Plaatsingsruimte vergroten
Wiersma's eerste doel is niet een kleinere veestapel, maar het vergroten van de plaatsingsruimte voor mest. Dat zal niet alle problemen oplossen, geeft ze toe. Daarvoor is een nieuwe (grasland)derogatie noodzakelijk en dat is haar speerpunt in de gesprekken met de Europese Commissie.
Die gesprekken beginnen spoedig na het aantreden van de nieuwe Europese Commissie. Maar in gesprekken met andere lidstaten is al veel voorwerk verricht, zegt Wiersma. 'We kunnen niet op één paard wedden. Ik geloof wel dat een nieuwe derogatie te verantwoorden is vanuit wetenschappelijke oogpunten, maar het is geen gelopen race. Mijn inzet is om de 170 kilo stikstofmest per hectare uit de nitraatrichtlijn te krijgen en mestnormen te laten op bodemsoort en groeiomstandigheden. Een hogere mestnorm moeten we dan niet meer zien als een uitzondering.'