RDA vindt nationale diergezondheidsagenda noodzakelijk

De RDA heeft de zienswijze 'Gezondheid van productiedieren op de agenda' op eigen initiatief opgesteld. Volgens de raad is diergezondheid actueel en belangrijk, omdat de context van de Nederlandse veehouderij sterk verandert. Dierenwelzijn krijgt steeds meer maatschappelijke aandacht en de agrarische sector staat voor grote uitdagingen, onder meer op het gebied van klimaatverandering, natuur en milieu. Dat alles heeft invloed op de gezondheidszorg voor productiedieren.

Volgens de raad worden in de gezondheidszorg voor productiedieren goede resultaten geboekt met gereguleerde programma's voor de preventie en bestrijding van bepaalde infectieziekten en het terugdringen van antibioticagebruik in de veehouderij. Hierbij is sprake van een breed draagvlak en een duidelijke regie vanuit de overheid. Maar voor veel andere ziekten en aandoeningen ontbreekt een georganiseerde, bedrijfsoverstijgende benadering.

Aanpak versnipperd

Daardoor is de aanpak van ziekten en aandoeningen versnipperd en vaak weinig effectief, concludeert de RDA. Dat is het geval bij infectieziekten waarvoor geen (wettelijke) programma's bestaan. Hetzelfde geldt voor bedrijfsgebonden aandoeningen die het gevolg zijn van niet-optimale omstandigheden op veehouderijbedrijven, zoals mastitis (uierontsteking), been- en klauwproblemen en luchtwegaandoeningen.

De RDA stelt dat het noodzakelijk is om het aantal gevallen van niet-gereguleerde infectieziekten en bedrijfsgebonden aandoeningen te verlagen. Dit vraagt om een programmatische, publiek-private en bedrijfsoverstijgende benadering. De raad adviseert de overheid om samen met de veehouderijsector, de wetenschap en maatschappelijke organisaties een gezamenlijke ambitie vast te leggen in een diergezondheidsagenda voor de toekomst.

In de zienswijze doet de RDA aanbevelingen voor de overheid en andere partijen in de dierlijke productiesector. Die gaan onder meer over de ontwikkeling van een gestructureerd systeem van monitoring en benchmarking (gezondheidsgegevens verzamelen en vergelijken), verbeteringen in onderzoek en onderwijs, publiek-private programma's voor infectieziekten en het waarborgen van de beschikbaarheid van diergeneesmiddelen.