NVV: uitspraak teleurstellend en frustrerend

De NVV is teleurgesteld over de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) over de Wet Herstructurering Varkenshouderij (WHV).

De Wet Herstructurering Varkenshouderij trad in 1998 in werking. Kern van de wet  was dat de overheid een korting van 10 procent op de varkensrechten doorvoerde en dat de zogenaamde latente ruimte op bedrijven verviel zonder vergoeding. Verder zou er in 2000 nog eens met maximaal 15 procent worden gekort, ook zonder vergoeding.

Begin 2000 oordeelde het Gerechtshof in Den Haag dat een tweede korting niet aan het noodzakelijkheidscriterium voldeed en dus niet mocht worden doorgevoerd.

De NVV is blijven procederen om de eerste korting terug te krijgen. Het Gerechtshof in Arnhem oordeelde in 2009 dat de varkenshouder niet buitensporig werd getroffen, doordat de hele sector met dezelfde maatregel te maken kreeg. Daarop stapte de NVV in 2010 de procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

In de uitspraak van het EHRM wordt terugverwezen naar de uitspraak van de nationale rechter, die uitgesproken heeft dat het om het reguleren van het eigendom gaat.

De NVV laat weten de uitspraak teleurstellend te vinden. Volgens de vakbond verschuilt het EHRM zich zelden achter de uitspraak van de nationale rechter. Dat het juist in deze zaak gebeurd vindt de NVV zeer frustrerend. Tegen deze uitspraak is geen verder rechtsmiddel mogelijk.