Bartelt Schanssema: 'Vier keer per dag verse brij'

In het Groningse Oldambt ligt het in 2022 in gebruik genomen vleesvarkensbedrijf Carel Coenraadpolder. Naast de kantinedeur hangt een pompje met desinfectiemiddel voor bezoekers. Bedrijfsleider Bartelt Schanssema verschijnt aan de schone kant van de vaste tafel met aan beide kanten een paar stoelen.

‘Bij het opstarten van een nieuw vleesvarkensbedrijf met brijvoedering komt er heel wat kijken. Daarom is gekozen voor een gedegen partij die meer dan alleen goede aanvullende voeders kan leveren’, begint de Groninger. ‘ForFarmers heeft ervaren specialisten die weten dat varkensvoeding topsport is. Ze stimuleren, coachen en trainen mij om beter te worden, zodat we eruit kunnen halen wat erin zit.’

Schanssema kan de dagelijkse werkzaamheden op het strak georganiseerde bedrijf met een hoge hygiënestandaard, de HyCare-methode, alleen af. Alleen bij piekmomenten zoals dinsdag wanneer biggen van een vaste fokker uit de regio worden opgelegd en op de vaste laaddag donderdag, helpt zijn vrouw Vianne Hesse mee. Het schoonmaken van de afdelingen wordt uitbesteed.

Circulair voeren

De 7.500 vleesvarkens met één ster van het Beter Leven-keurmerk worden gecontroleerd circulair gevoerd. Vier keer per dag krijgen ze in een lange trog een verse mix van zes natte en acht droge voercomponenten. Per voerbeurt is de restloze brijvoerinstallatie 3 tot 4 uur bezig.

‘Zo krijgen we meer brij in de varkens en hebben ze voldoende rust om het circulaire voer goed te verteren’, licht de bedrijfsleider toe. ‘In de ochtend doe ik een controleronde. Dan beoordeel ik de voeropname en de diergezondheid en werp meteen wat luzerne in elk hok. Ik start bij de afdeling met de jongste dieren en eindig bij de oudste vleesvarkens negentien afdelingen verderop. Dat is efficiënt en hygiënisch werken met een logische looplijn.’

Mestconsistentie

Ondertussen schuift adviseur Alfons van Vilsteren van ForFarmers aan. ‘Een keer in de vier weken loopt een HomeMiXX-specialist of ikzelf een rondje door de stal en letten we op de mestconsistentie en algemene indruk van de koppels. De bevindingen bespreken we met Bartelt en als iets optimaler kan, dan maken we daar heldere afspraken over’, zegt Van Vilsteren.

‘Zo zijn we de samenstelling van het start-, tussen- en eindvoer aan het finetunen op de opname- en groeicapaciteit. Dat is maatwerk. We zijn rustig opgestart met een rantsoen en voercurve afgestemd op de Tempo-biggen en een gemiddelde daggroei van 940 gram, nu zitten we boven de 1.000 gram. We gaan dit jaar voor een gemiddelde groei 1.030 gram per dag.’

Rustige, harde groeiers

Volgens Schanssema is dat een realistisch doel: ‘In overleg met onze vaste fokker en Best Star Meat hebben we geëxperimenteerd met Duroc-biggen. Dat beviel zo goed dat we in mei volledig over zullen zijn op nakomelingen van de PIC 800-eindbeer. Deze varkens zijn robuust, kunnen hard groeien en zijn rustig. Dat is gunstig omdat we ook ervaring opdoen met het houden van varkens met ongecoupeerde staarten.’

Zijn ervaring is dat lange staarten ongeschonden kunnen blijven tot het afleveren van de varkens. Een voorwaarde is volgens Schanssema wel dat de koppeltjes biggen met krulstaarten gaaf arriveren. ‘Als er bijterij bij de vermeerderaar is geweest, lopen we hier ook risico op staartbijten als bijvoorbeeld stress door voerverstoring optreedt. Aan de voerhygiëne zal het niet snel liggen, ik reinig de menger en voerkeuken wekelijks. Ik wil het bedrijf als nieuw houden.’