Met restwarmte mest drogen

Het drogen en korrelen van mest is een van de oplossingsrichtingen van het mestprobleem. Dorset heeft sinds 2001 ervaring met het drogen van varkensdrijfmest op boerderijniveau. Restwarmte uit de varkensstal is volgens directeur Henk Haaring en mededirecteur en zoon Henno Haaring prima te benutten voor het verminderen van het mestvolume.

Dat werd het begin van een ontwikkeltraject van droogtechnieken van biomassa in de brede zin van het woord. Overal waar (gratis) warmte over is, kan dat benut worden om organisch materiaal te drogen. Vooral in de pluimveehouderij heeft het drogen van mest een enorme vlucht genomen. In Nederland was de aanjager het kunnen verlagen van de mestafzetkosten voor de pluimveehouder.


In het buitenland heeft het gaan drogen van pluimveemest vaak ook andere redenen. In sommige landen is de overheid bij grote eenheden pluimvee bang voor van kippen op mensen overdraagbare ziekten (zoönosen). In tropische landen kunnen moessonregenbuien op grote hoeveelheden opgeslagen mest de grondwaterkwaliteit aantasten. Ook uit oogpunt van hygiëne - vliegen en ongedierte - en voedselveiligheid wordt drogen en eventueel verder verwerken van mest verplicht gesteld.

Op droge producten zijn andere technieken makkelijker toe te passen als korrelen (proces bij varkensmestverwerker Ecoson) of verbranden (proces bij pluimveemestverbrander BMC Moerdijk). Het toepassen van vergassing en de pyrolysetechniek, het zonder zuurstof bij hoge temperaturen verwerken van biomassa tot een olieachtig eindproduct, vinden volgens Haaring steeds meer opgang. “Ook varkenshouders kunnen op die manier groene energie produceren en tegelijk mest verwerken.” 

Stelling

Loading

Weer

  • Dinsdag
    6° / 4°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    80 %
  • Donderdag
    7° / 1°
    35 %
Meer weer