EU wil 65% lagere colistine-inzet

Alle EU-landen moeten paal en perk stellen aan het gebruik van colisitine in de veehouderij om het risico op antimicrobiële resistentie te verminderen. Dat stelt de European Medicines Agency (EMA). De Europese Commissie heeft EMA om een adviesupdate gevraagd vanwege de ontdekking van een nieuw mechanisme van snelle ontwikkeling van resistentie in bacteriën.

Colistine bevattende geneesmiddelen zouden volgens EMA alleen nog maar gebruikt mogen worden als een tweedelijns behandeling bij dieren. In Nederland is colistine bij varkens en pluimvee overigens al een tweede keuze middel bij de behandeling van E. coli en salmonella.

Het expertadvies van EMA is om de komende drie tot vier jaar in alle EU-lidstaten het gebruik van colistine bij vee te verminderen. De streefwaarde in de hele EU zou minder dan 5 milligram colistine per populatie gecorrigeerde eenheid (PCU) moeten zijn. Als dat streven in elk EU-land gehaald zou worden zou de colisitineverkoop met circa 65 procent op EU-niveau afnemen. Daarnaast wil EMA lidstaten aanmoedigen om strengere nationale doelstellingen vast te stellen. Minder dan 1 milligram colistine per PCU zou een gewenst niveau zijn.

EMA benadrukt dat een afname van de colistine-inzet niet gecompenseerd mag worden door een toename van het gebruik van andere soorten antibiotica. Met maatregelen zoals een beter bedrijfsmanagement, een aangescherpte interne en externe biosecurity en vaccinatie dient het antibioticagebruik terug te worden gedrongen.

Lees ook dit artikel.