Voeropname kraamhok sleutelrol uniformiteit

Een hoge totale voeropname in het kraamhok speelt een sleutelrol bij de uniformiteit van de volgende worp. Volgens Jos Michels, nutritionist bij Agrifirm moeten zeugenhouders verder kijken dan de maximale voeropname. Ook een goede start van de voeropname na werpen is van belang.

Zeugenhouders kijken nog te vaak alleen naar de maximale voeropname die hun zeugen behalen. En als ze dan op 7,5 kilo of hoger zitten, dan vinden ze dat vaak wel goed. Dat is volgens Michels niet goed genoeg. “Als de start na werpen langzaam is en het lang duurt voor je op maximum zit, dan mist de zeug flink wat kilo’s voer. Dat heeft veel invloed op de volgende worp. Je moet echt kijken naar de totale opname van dag 1 tot en met 26.”

De verschillen in voeropname in het kraamhok kunnen heel groot zijn. Volgens Michels kan dat zelfs oplopen naar 4,5 tot wel 6 kilo per gemiddelde zoogdag. Dat blijkt uit de resultaten die Agrifirm met behulp van Sow Control berekend. Is de totale voeropname in het kraamhok te laag, dan heeft dit invloed op de aanleg van de follikels voor de volgende worp. Een te lage opname heeft daarbij met name nadelen voor de uniformiteit.

Het streven moet er op gericht zijn om gemiddeld een opname van 6 kilo per dag in het kraamhok te behalen. En als de voeropname achterblijft is het volgens Michels van belang om te kijken waarom dat zo is: "Zijn de zeugen te vet, is het te warm, drinken ze niet goed, of zijn ze niet fit. Ander punt van aandacht is het lysinegehalte van het voer. Zeker de jonge zeugen die minder voer opnemen, kunnen een lysinetekort oplopen."