Onlangs mocht ik een lezing verzorgen voor een groep vleesvarkenshouders. Ik vroeg toen iedereen zijn of haar ogen te sluiten en met zijn hart antwoord te geven op de vraag: Ben je varkenshouder of voedselproducent? Ongeveer de helft antwoordde voedselproducent en de andere helft varkenshouder. Natuurlijk is iedereen allebei tegelijk, maar blijkbaar komt bij iedereen één van de twee opties dominant naar voren als deze vraag op deze manier gesteld wordt.
Mijn volgende vraag was: En hoe komt dit tot uiting binnen je bedrijfsvoering, maar vooral ook aan de buitenkant van je bedrijf. Wat straalt jouw bedrijf uit naar de omgeving? En ik stelde die vraag, omdat voor de acceptatie van onze sector door de buurt de buitenkant van het bedrijf mede belangrijk is. Iedere vleesvarkenshouder zet zich in voor gezonde varkens en veilig en gezond vlees. Toch kun je dat bij de meeste bedrijven aan de buitenkant niet zien. Soms is er aan de buitenkant een bord met de bedrijfsnaam te vinden, eventueel met een foto of een tekening van een varken, maar dat is het dan wel. We vergeten heel vaak op die manier de link te leggen met het product van het varken.
Ik wil ervoor pleiten dat we met elkaar gaan uitstralen dat varkensbedrijven een geweldig lekker en gezond stuk vlees opleveren. En dat begint met een frisse, nette en schone bedrijfsuitstraling. Dat betekent een opgeruimd en schoon erf, stallen die er goed onderhouden bijstaan. Want als de buitenkant al niet netjes is, wat zal de buurt dan denken over hoe het er in de stallen uitziet. En laten we eerlijk zijn; er zijn te veel stallen die er aan de buitenkant niet aantrekkelijk of zelfs nog erger uitzien.
Naast dat schone, frisse nette erf stel ik voor dat iedereen aan de buitenkant van de stal of op het erf de link legt met het goed zorgen voor de varkens én het eindproduct namelijk vlees. Bijvoorbeeld met een informatiebord, logo of misschien zelfs een vleesautomaat. Of organiseert één keer per jaar een buurtbarbecue. Eigenlijk zou het logisch moeten zijn dat iedereen in de buurt naar je toe komt en zegt: ‘Hé buurman, ik wil vlees van jouw varkens, want jouw bedrijf ziet er goed uit! Daar heb ik vertrouwen in’. Als we dat met zijn allen voor elkaar krijgen in alle dorpen en gemeentes, kantelt misschien ook wel de maatschappelijke discussie over de veehouderij. Dan creëren we met elkaar een vraag en behoefte aan varkensvlees wat herkenbaar en geaccepteerd geproduceerd wordt. In plaats van uitsluitend te moeten praten over de negatieve effecten van het houden van varkens.
Natuurlijk werd mij de vraag gesteld: Moet ik dat alleen doen of moet dat gezamenlijk worden opgepakt. Natuurlijk is een gezamenlijke aanpak belangrijk, maar ook ieder voor zich kan werken aan zijn uitstraling. Daarom heb ík dit weekend meteen de auto door de wasstraat gereden, want met een vuile bak kan ik me nu natuurlijk niet meer laten zien.
Manon Houben
Hoofd varkensdierenartsen bij GD