Onderzoekskennis moet landen op het boerenerf om innovaties in gang te kunnen zetten. “Dat gebeurt via persoonlijke contacten veel effectiever dan via publicaties”, stelt Anita Hoofs. “Bovendien krijg ik er een kick van als varkenshouders daarover nadenken en nieuwigheden gaan toepassen. Maar de toekomst moeten we wel samen verdienen.”
Voor Anita Hoofs heeft de varkenswereld weinig geheimen meer. Sinds 1985 is zij actief in het varkensonderzoek vanuit Wageningen Livestock Research en gestationeerd bij VIC Sterksel. Daarvoor rondde ze de studie veehouderij af aan de HAS Hogeschool in Den Bosch. Maar de echte passie voor het varken ontdekte ze al op haar zestiende. Toen ging ze als stadsmeisje vakantiewerk doen bij een aardbeienteler die ook vleesvarkens hield. De vonk sprong over en sindsdien zijn het varken en de varkenshouderij de rode draad in haar leven. Als onderzoeker werkt zij graag voor en met varkenshouders om meteen de praktijkslag te maken. “Ze moeten in de praktijk wat met onderzoeksresultaten kunnen.”
Werken in de praktijk
Het faciliteren van netwerken zoals die van het scoren van zeugenklauwen, houden van grote koppels vleesvarkens, kraamzeugen met vrijloop en varkens met lange staarten, is haar op het lijf geschreven. “We moeten niet denken dat we klaar zijn als we alles via digitale publicaties en vakmagazines presenteren. De feiten liggen er. Maar de werkelijke waarde voor de praktijk ervaar je pas als je wisselwerking hebt met de varkenshouders. Via fysiek contact en door elkaar aan te kunnen kijken, kun je kennis pas echt laten landen op het boerenerf”, benadrukt Hoofs. “Bovendien levert het ook voeding voor jezelf op.”
Zelf de regie
Concepten met een verhaal richting de consument ziet Hoofs als de stip aan de horizon voor de Nederlandse varkenshouderij. “Ik geloof in marktconcepten gericht op duurzaamheid, gezondheid, welzijn en efficiëntie. Bovendien moeten we de basis omhoog brengen zonder consumenten de keuze te geven. Als varkensvleesproductieketen moeten we de sturing in eigen hand houden en moeten we innoveren.”
Volgens haar is bewegingsvrijheid voor kraamzeugen en hun biggen de toekomst en moeten we daarop ontwikkelen. “De trend is zeugen niet meer te fixeren in boxen.” Maar vooral bij gespeende biggen is volgens Hoofs innovatie broodnodig. “Er zijn al tien jaar geen echte nieuwigheden gelanceerd terwijl er wel werk moet worden gemaakt van het verder verlagen van het antibioticagebruik en het houden van biggen met intacte staarten. Ook moeten we gas geven op het verbeteren van het stalklimaat. Bij kraamzeugen, gespeende biggen en vleesvarkens is het meestal te warm.”
Experimenteren
Ook roept Hoofs varkenshouders meer te gaan experimenteren op hun eigen bedrijf. Creëer een experimenteerafdeling waar je twee behandelingen kunt vergelijken. Hoe kun je bijvoorbeeld praktisch een microklimaat creëren, anders voeren, et cetera. “Stel een gericht meetprotocol op en voer dat meten strikt uit zodat je weet wat en hoe groot de effecten zijn. Elk varkensbedrijf is in mijn ogen een testlocatie op kleine schaal.”
Respect
Haar droom om ooit zelf een varkensbedrijf te runnen, heeft ze laten varen. “Als je van thuis uit geen boerderij hebt, was je als meisje aangewezen op het tegenkomen van de ware mét een varkenshouderij. Alleen dat laatste is niet gebeurd.” Maar wat Anita nog wel van het hart moet, is dat iedereen in de sector respect voor elkaar moeten hebben en houden. “De toekomst van de varkenshouderij moeten we uiteindelijk toch samen verdienen.”
Lees ook het interview: Op de bank met Anita.'