Griep weg, biggen weer top

De gespeende biggen op het bedrijf van zeugenhouder Bouwmeester waren in januari 2019 ineens flink ziek. Ze waren aan het hoesten, hadden snotneuzen en traanstrepen en er kwam duidelijk ondereind in de biggen.

In overleg met varkensdierenarts Johan Hulzing van Coöperatie Varkensartsen besloot Bouwmeester per direct te stoppen met het afleveren van de biggen. ‘Mijn vleesvarkenshouders wilde ik daarmee niet belasten. De biggen moesten eerst opknappen. Ik wil geen slechte koppels afleveren.’

Antibioticakuur

Als directe maatregel kregen de biggen een antibioticakuur. Niet tegen de griep, maar om complicaties door andere ziektekiemen te voorkomen. Voor een structurele oplossing was eerst een goede diagnose nodig. Hulzing nam daarvoor tracheobronchiale swabs (TBS) – een monster van de voorste luchtwegen – bij pas gespeende biggen en bij biggen op een leeftijd van 7 weken en 10 weken.

De PCR-test van het monster toonde het influenza type A van griep aan. Omdat er geen APP, mycoplasma of PRRS werd gevonden was de oorzaak van de problemen duidelijk. Voor Bouwmeester was het geen vraag dat die griep aangepakt moest worden. Volgens Hulzing kon dat het beste door de zeugen via vaccinatie met Respiporc Flu3 van Ceva Santé Animale goed te beschermen. Dit vaccin biedt de breedste bescherming tegen Influenza type A en de subtypes H1N1, H3N2 en H1N2. Door de zeugen te vaccineren krijgen de biggen via de biest voldoende antistoffen om ze te beschermen tegen het griepvirus.

Geen risico

Om te beginnen werden alle zeugen tweemaal voor de voet weg gevaccineerd met een tussenpoos van drie weken. Daarna is overgestapt op vaccineren op dag 60 van de dracht, zodat zeker is dat de biest voldoende antistoffen bevat. De opfokzeugen krijgen bij de fokker de eerste vaccinatie tegen griep. ‘Dat herhalen we nog als de zeugjes bij ons komen’, zegt Bouwmeester. ‘Anders zit er te veel tijd tussen de vaccinaties en zou ik via de opfokzeugen weer risico lopen.’

Naast de vaccinatie is een goede routing op het bedrijf een noodzaak. ‘We lopen altijd al consequent van jong naar oud’, zegt de zeugenhouder. ‘Dat voorkomt dat je ziektekiemen van de oudere biggen meebrengt naar de pas gespeende biggen of naar de biggetjes in kraamafdelingen. Dat is gewoon heel belangrijk om consequent goed te doen. Zeker vlak na spenen zijn biggen kwetsbaar en ook kort na opleg op het vleesvarkensbedrijf. Dan moet je ze goed verzorgen.’

Goed verzorgen betekent volgens Bouwmeester een goed klimaat, schoon drinkwater en goed voer. Uiteraard moeten de biggen goed biest opnemen en in een schone omgeving komen. De afdelingen schoonmaken doet Bouwmeester doorgaans gewoon zelf.

Door het goede management en consequent vaccineren is het gelukt om het griepvirus van het bedrijf te verdrijven. Doordat er telkens goed beschermde biggen naar de opfok gaan, krijgen griepvirussen geen kans meer en verdwijnen ze. Bouwmeester: ‘De problemen met hoesten en ondereind bij de biggen zijn alweer lang voorbij. Het antibioticagebruik is weer erg laag en per zeug per jaar lever ik ruim dertig gezonde kwaliteitsbiggen aan mijn vleesvarkenshouders.’