Varkens houden in concept biedt geen garantie op positief neveneffect
De productie van varkens onder een concept biedt geen garantie dat dit beter is voor het dierenwelzijn, antibioticagebruik of bijvoorbeeld de CO2-voetafdruk. Dat blijkt uit onderzoek onder varkenshouders in Brazilië en het Verenigd Koninkrijk. Volgens de onderzoekers moet worden gekeken naar de individuele varkenshouder binnen het concept.
Het houden van varkens voor de productie van varkensvlees kent neveneffecten. Er is land nodig voor de verbouwing van voer, het varkensbedrijf zelf vergt afhankelijk van de bedrijfssoort meer of minder ruimte, er is uitstoot van broeikasgassen via voer, dieren, stal, mest, transport, slachten en verwerken, om de dieren gezond te houden kunnen antibiotica nodig zijn en er zijn kosten op het gebied van dierenwelzijn.
Onderzoekers van universiteiten in het Verenigd Koninkrijk en Brazilië hebben de kosten van die neveneffecten op een rij gezet voor de verschillende manieren waarop varkens kunnen worden gehouden en voor de verschillende concepten die er (met name in het Verenigd Koninkrijk) zijn.
Het gaat om reguliere varkensbedrijven en bedrijven die vallen onder het Red Tractor-label (het concept van de Britse dierenwelzijnsorganisatie), varkens met uitloop, buitenvarkens gehouden in een bos en biologische varkens. In totaal zijn 72 bedrijven gemonitord, die gezamenlijk jaarlijks meer dan 1,2 miljoen varkens produceren.
Vier neveneffecten
Het landgebruik voor voer en het houderijsysteem werden bij elkaar opgeteld in het onderzoek, de uitstoot van broeikasgassen werd voor de hele keten opgeteld. Samen met het antibioticagebruik en dierenwelzijn bleven er zo vier belangrijke neveneffecten van de varkensvleesproductie over.
Uit het onderzoek blijkt dat reguliere systemen of een van de concepten waarbij in totaal weinig land wordt gebruikt, goed scoren op de uitstoot van broeikasgassen en soms ook op antibioticagebruik. Doorgaans is hierbij de score op dierenwelzijn het minste.
Geen garanties
Bij alle systemen, zowel regulier als de concepten, de buitenvarkens en de biologische varkens is de variatie op de vier belangrijke neveneffecten groot. Er is geen systeem aan te wijzen dat op alle vier de onderdelen het beste scoort of op alle vier de onderdelen het slechtste.
De verschillen binnen de concepten zijn simpelweg te groot. 'Een consument kan er in de basis dus niet op vertrouwen dat wanneer varkensvlees uit een concept wordt gekocht, dat dit op alle duurzaamheidsthema's goed scoort', stellen de onderzoekers'.
Uit het onderzoek komt naar voren dat het niet gemakkelijk is om aan te geven dat bedrijven in een concept het beste presteren op landgebruik, uitstoot broeikasgassen antibioticagebruik en dierenwelzijn. 'Het is beter om op die onderdelen de prestaties van individuele bedrijven te meten en op die manier verbetering te krijgen op de verschillende onderdelen.'