Hoewel VION op de beursvloer een grote afwezige is, presenteerde de grootste Nederlandse slachterij zich op de Landbouwvakbeurs wel in een seminar over voedselveiligheid en diergezondheid. Conclusie: terugdringing van het antibioticagebruik is een verantwoordelijkheid van de varkenshouders, maar VION wil wel helpen.
Tijdens een leuke interactieve bijeenkomst kreeg het publiek vijf stellingen voorgelegd, waarbij ze door te kiezen voor het ‘eens- of oneensvak’ kenbaar konden maken hoe zij over de betreffende stelling dachten. Vervolgens konden zij hun keuze beargumenteren en was er volop ruimte voor discussie en dialoog. Varkenshouders bleken onderling en met de periferie nog volop verdeeld over het terugdringen van antibioticagebruik.
Eigen verantwoordelijkheid
Overeenstemming is er over de stelling dat varkenshouders zelf verantwoordelijk zijn voor het terugdringen van het antibioticagebruik en hier dus ook in moeten investeren. Uit een enkele hoek klinkt een kritische noot richting farmaceutische industrie. “Deze industrie heeft jarenlang haar best gedaan om deze verantwoordelijkheden over te nemen. Daarmee zijn zij nu ook verantwoordelijk voor de terugdringing.”
Anderen pleiten voor een driehoeksverhouding waarbij zowel varkenshouder als dierenarts en voervoorlichter energie in terugdringing steken. Joris van Beers van VION ziet met het aanschuiven van de farmacie en VION kansen voor een vijfhoeksverhouding. “Vanuit Farmingnet en met slachtlijnonderzoek kunnen we enorm veel informatie leveren waarmee kan worden gestuurd.”
Kwaliteit erfbetreders
Het door de overheid afdwingen van antibioticareductie is voor een ruime meerderheid geen goede weg. Het verleden heeft volgens hen uitgewezen dat van dwangmaatregelen vaak niets terechtkomt. “De beste ideeën komen nog altijd uit de sector zelf. De varkenshouders zijn aan zet.”
Voorstanders van regelgeving vinden dat de sector haar kansen heeft verspeeld door te traag maatregelen te nemen. “De kritiek op de sector is enorm groot, maar er is blijkbaar onvoldoende motivatie om de handschoen op te pakken.” Op de stelling dat informatie van erfbetreders meer bijdraagt aan diergezondheid dan antibiotica ontstaat flinke verdeeldheid.
Tegenstanders van de stelling ervaren veel kwaliteitsverschillen tussen erfbetreders: “Bij sommige kun je beter watjes in de oren doen, dan er naar te luisteren.” Voorstanders vinden het de verantwoordelijkheid van de varkenshouder zelf om de juiste mensen om zich heen te verzamelen. Met de juiste informatie en adviezen kunnen grote stappen worden gezet in terugdringing van antibioticagebruik.
VION aan zet
Ook bij de stelling dat de begeleiding van de dierenarts zich moet vertalen in een garantie voor de consument ontstonden tegenstellingen. Vooral de aanwezige dierenartsen hebben problemen met de garantieverstrekking. Ze zien zich echter wel als sleutelfiguur tussen diergezondheid en voedselveiligheid. En daar moet simpelweg voor worden betaald. Voor veel varkenshouders gaat deze stelling een stap te ver en blijven ze bij hun eigen verantwoordelijkheden.
Grote meningsverschillen ontstaan bij de stelling ‘ik investeer niet in bovenwettelijke dierwelzijnsmaatregelen, want die rekening wordt toch niet betaald’. Voorstanders wijzen naar het huidige economische klimaat waardoor er gewoonweg geen ruimte voor dergelijke investeringen is. “Bovendien moeten we er voor waken dat bovenwettelijk geen standaard regelgeving wordt. Vanuit het verleden kennen we hiervan voorbeelden genoeg.” Tegenstanders zijn van mening dat er wel degelijk een plus tegenover kan staan, maar zij wijzen tegelijkertijd naar VION. “De retail moet worden gedwongen tot betere vermarkting waarbij de focus moet worden gelegd op de vierkantsverwaarding. Pas dan hebben bovenwettelijke investeringen zin.”