20 procent minder varkens in 2025

Het LEI verwacht dat in 2025 de Nederlandse varkensstapel ten opzichte van 2009 met maximaal 20 procent is gedaald en dat het aantal bedrijven gehalveerd zal zijn. Deze verwachting komt naar voren uit de LEI-studie naar de toekomst van de Nederlandse agrosector.

Krimp sector lijkt onvermijdelijk
Het fosfaatoverschot vormt volgens het LEI zeker de komende jaren het grootste obstakel voor de varkenshouderij. Inkrimping van de sector lijkt daarbij onvermijdelijk, afhankelijk van hoe de kansen op de fosfaatverlaging worden ingeschat. Verlaging van fosfaat in mest door ander voer is een mogelijkheid, maar de aanpassing van veevoer is vrij duur. Een verhoging van de mestexport is een andere mogelijkheid, de haalbaarheid hiervan is echter onzeker. Dit geldt ook voor mestverwerking door het hoge prijskaartje en de vraag of het eindproduct als kunstmest gebruikt mag worden.

Deze onzekere factoren maken het voor de onderzoekers van het LEI lastig om het toekomstbeeld voor de varkenssector in te schatten. Daarbij komen de huidige financiële situatie in varkenssector en de extra noodzakelijke investeringen in welzijns- en milieumaatregelen, die nu al voor een daling van het aantal varkenshouders zorgen.

Lichtpuntjes
Het LEI ziet een aantal lichtpuntjes voor de varkenssector. De vraag naar dierlijke producten stijgt wereldwijd, al is nog niet bekend welke rol de EU daarin gaat spelen. Daarnaast kan de verwachte prijsstijging van fosfaat een impuls zijn om mest te verwaarden. Toch verwacht het LEI een halvering van het aantal bedrijven in 2025 ten opzichte van 2009. De varkensstapel zal naar verwachting maximaal 20 procent afnemen.