In Nederland was er lang weinig animo voor gebruik van het biggennest. Maar het tij lijkt nu te keren. Economisch kan het al uit en met en goed uitgevoerde onderkruip kan er ook een streep door de andere tegenargumenten.
Compromis
De kraamstal is één groot compromis om zeug en biggen zo goed mogelijk te laten presteren. Dat is de mening van Bart Hooijer van stalinrichter Vereijken Hooijer. Varkenshouders vragen echter steeds meer van de dieren waardoor dit compromis niet langer toereikend is. “We zien de laatste jaren het aantal uitdagingen toenemen. Grotere tomen, meer spreiding in het geboortegewicht en de noodzakelijke afname van het antibioticagebruik vragen om een beter topsportklimaat in de kraamstal. Oftewel een microklimaat voor zowel zeugen als biggen. Een biggennest is daarbij noodzakelijk.”
Geen overzicht
Om op deze ontwikkeling in te spelen, hebben diverse fabrikanten een biggennest ontwikkeld. Volgens Arnold Veldman van Coppens Constructie en Stalinrichting is dit praktisch een moeilijk begaanbare weg. “De conventionele kraamhokken zijn te klein waardoor veel varkenshouders praktisch niet met dergelijke ‘kisten’ uit de voeten kunnen. Ze staan in de weg en het overzicht in het kraamhok is deels kwijt.” Ondanks het bewezen economisch belang ziet Veldman daardoor vooral nog scepsis bij de varkenshouders.
Microklimaat
Klimaatspecialist Frans Lemans is echter overtuigd. “Een zeug van 250 kilogram en biggen van 1000 gram in hetzelfde klimaat is vragen om problemen. Deze biggen hebben behoefte aan een temperatuur van 34 graden terwijl voor de zeug een temperatuur van 18 graden optimaal is.” Door hier geen invulling aan te geven loopt de varkenshouderij continu achter de feiten aan. Lemans: “Veel problemen beginnen in de eerste week na het werpen. Door juist dan te zorgen voor voldoende biest en warmte in de vorm van een microklimaat kan veel leed worden voorkomen.”
Onderkruip
Om dit te bewerkstelligen is alleen vloerverwarming onvoldoende. Met een vloertemperatuur van 36 graden is er veel opstijgende warmte waar koudere lucht voor in de plaats komt. Gevolg: warme buikjes en koude ruggen waardoor de biggen op elkaar gaan liggen. Lemans: “Met een onderkruip wordt het opstijgen van warme lucht beperkt. Dit draagt bij aan een lagere omgevingstemperatuur voor de zeug. Dit betekent vervolgens een hogere voeropname, een lager ventilatieniveau en er is minder lucht te wassen.”
Lees in de komende uitgave van ‘Varkens’ meer over het biggennest.