Kernfokkerij Z-lijn naar Canada

De kernfokkerij van de Z-lijn beren van Topigs Norsvin gaat naar Canada. Het kernfokmateriaal van de Z en de L-lijn komt daardoor straks uit Canada of Noorwegen. Reden is de noodzaak tot het kunnen leveren van SPF-kernfokmateriaal om klanten wereldwijd te kunnen bedienen.

Het was best een moeilijke beslissing om het grootste deel van de  kernfokkerij voor de zeugenlijnen (Z-lijn in Canada en L-lijn in Noorwegen) te concentreren in twee landen. “Reden om het toch te doen was risicobeperking”, zegt Hans Olijslagers, technisch directeur van Topigs Norsvin. “In Canada liggen al 2.000 SPF Z-lijn zeugen. In Europa zouden we naar vier locaties met 500 zeugen moeten gaan. Er is wel naar gekeken, maar het is een grote uitdaging om de SPF-locaties vrij te houden van de belangrijkste ziekten. Daarom is er voor Canada gekozen. Daar lukt, net als in Noorwegen (waar 2.000 SPF L-lijn zeugen liggen) wel om bedrijven SPF te houden door de afgelegen ligging."

Als er op een SPF-locatie van een kernfokbedrijf een ziekte binnenkomt is er depop-repop nodig. Olijslagers: "Voor een kernfokbedrijf is dat een hele kostbare ingreep waarbij de levering van kernfokmateriaal én de genetische vooruitgang in het gedrang komen."

Bestaande kernfokkers in Europa blijven volgens de technisch directeur een belangrijke rol vervullen. "Ze blijven de lokale productie van beren en gelten verzorgen, veel informatie/data leveren én dienen als back-up populaties."

In Canada wordt daarnaast gewerkt aan een teststation voor de Z-lijn en de Tempo. Net als in Noorwegen krijgt dit teststation de beschikking over een CT-scan. Met die scanner kunnen ontzettend veel gegevens van de fokdieren worden verzameld. Niet alleen exact de hoeveelheid spier en spek, ook bijvoorbeeld de omvang van een ham of schouder. Daarnaast zaken als osteochondrose in de gewrichten, de omvang van organen en dergelijke. Bij het fokken van de TN70 zeug is de informatie die met de CT-scan in Noorwegen is verzameld, al gebruikt om de vleesproductie-eigenschappen van de zeug te verbeteren, tegelijk met de vruchtbaarheid.