Waarom wil ik het nu hebben over voerwinst per big? We hebben toch al de voerwinst per zeug of per bedrijf? Wat moet je daar nu weer mee? Uiteindelijk gaat het niet om de voerwinst, maar om wat je werkelijk verdient (reserveringcapaciteit).
Toch vind ik het nodig wat langer stil te staan bij het kengetal voerwinst per big. Ik zal uitleggen waarom: het heeft te maken met de begrotingsnormen die worden aangehouden. De begrotingsnorm van 509 euro per zeug is extreem belangrijk bij bijvoorbeeld een uitbreiding van een financiering of bij bedrijfsovername. Maar ook hoe u zelf of bijvoorbeeld uw bankier of adviseur naar uw onderneming kijkt.
In begrotingen wordt uitgegaan van de 509 euro voerwinst (KWIN) per zeug, 17,50 euro per big. In het verleden sloot deze 509 euro voerwinst aan op in het verleden gerealiseerde sectorcijfers. Realiseert jouw bedrijf 15% meer voerwinst dan de referentie, dan wordt in de begrotingen ook vaak uitgegaan van 115% ten opzichte van de 509 euro per zeug. Zelf heb ik mijn bedenkingen over dit gehanteerde systeem: die heb ik al vaker geuit. Om dit opnieuw aan te tonen gebruik ik nu ook het kengetal ‘Voerwinst per big’.
Periode productie voerwinst per big voerwinst per zeug
Laatste 27 jaar (biggenproductie 24,5) 21,0 510
Laatste 14 jaar (biggenproductie 27,0) 20,8 560
Laatste 7 jaar (biggenproductie 28,5) 21,1 600
Begrotingsnormen (biggenproductie 29,1) 17,5 509
Conclusie: in de huidige begrotingen wordt globaal met een 3,5 euro lagere voerwinst per big gewerkt, dan historische cijfers aantonen. Waarom? Ik kan dat helaas niet uitleggen. De impact voor een begroting met een bedrijfsomvang van 1.000 zeugen is globaal 100.000 euro op jaarbasis. Dit betekent dus een uitkomst van een begroting van 100.000 euro per jaar verdienen of jaarlijks NIETS verdienen. Geen ‘klein detail’ dus.
Maar wat moet je dan wel doen? Ga uit van de EIGEN gerealiseerde resultaten op uw bedrijf van de afgelopen jaren. Maak op basis daarvan een bedrijfsspecifieke begroting. Bekijk de financiële historie van je eigen bedrijf kritisch op:
- Aantal verkochten biggen en gewicht (jaarrekening);
- Gerealiseerde biggenprijs en zeugenprijs (jaarrekening);
- Gerealiseerde voerkosten per dier categorie. (jaarrekening);
- hoe meer specificaties hoe beter.
Probeer dus je eigen historie zo scherp mogelijk in beeld te brengen. Maak vervolgens zelf een begroting met je eigen uitgangspunten, die aansluiten op de lijn van die historie. Denk ook na wat een verandering in biggenprijs of voerprijs met de begroting doet. Dit lijkt mij betrouwbaarder dan elk ander uitgangspunt of ‘norm. Doe dit op één A4-tje. Dat lukt mij ook.
Erik van der Hijden
Eigenaar Farm Advies