Geurreductie combiwassers verontrustend

De POV is zeer verontrust over de uitkomsten van het onderzoek geurreductie gecombineerde luchtwassers. In plaats van de gemiddelde vastgestelde geurreductie van 70-85 procent behalen combiwassers in werkelijkheid slechts een geurreductie van 40-50 procent. Ook de indicatieve metingen van de ammoniakreductie vallen wat tegen.

Varkenshouders die combiwassers aanschaften, investeerden juist in zo min mogelijk hinder voor de omgeving.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) heeft mede namens minister Carola Schouten van LNV het onderzoeksrapport van Wageningen UR naar de Tweede Kamer gestuurd. In het rapport is van zo’n vijftig bedrijven met luchtwassers de geurreductie gemeten. De gecombineerde luchtwassers reduceren de geur minder dan beloofd. De biologische en chemische luchtwassers behalen wel de geurreductie waarvoor ze erkend zijn.

1.200 combiwassers

In Nederland worden zo’n 1.200 gecombineerde luchtwassers toegepast. Bijna de helft van het aantal luchtwassers in de praktijk is een combiwasser. Deze luchtwassers zijn getoetst volgens een Europees erkend meetprotocol. De reductiepercentages zijn vastgesteld door I&W.

Op basis van deze reductiepercentages hebben varkenshouders hun bedrijfsplannen opgesteld en hebben overheden de vergunningen aan deze bedrijven verleend. Veel varkenshouders kozen voor de nieuwste type luchtwassers, combiluchtwassers, juist omdat hiermee zowel een flinke reductie op geur, ammoniak als fijnstof zou zijn te behalen. Het is daarom zeer verontrustend dat de normen waarop deze plannen en vergunningen zijn gebaseerd, nu niet kloppen met de werkelijkheid. De POV is van mening dat bedrijven die reeds geïnvesteerd hebben in deze luchtwassers niet het gelag mogen betalen.

Oorzaak achterhalen

De exacte oorzaak van de tegenvallende resultaten van combiwassers is nog niet bekend. De POV wil samen met betrokken overheden en fabrikanten van combiwassers op zoek naar de oorzaken van de tegenvallende resultaten en de oplossingsrichtingen. Ingrid Jansen, voorzitter POV: “Het is evident dat de dat de varkenshouder geen blaam treft en dat verantwoordelijkheid in deze kwestie volledig bij de overheid ligt.”