Vroeg investeren in biggezondheid loont

De bedrijfsleiders werken met een dubbel vijfwekensysteem op het bedrijf met 2.000 TN70-zeugen in Maasbree. Om de twee of drie weken werpt een groep van zo’n 240 zeugen. Vier weken later gaan de biggen naar de speenafdelingen. Die moeten uiterlijk zes weken later weer leeg zijn. Twee jaar geleden lukte dat niet meer goed. De biggenafdeling was nog nauwelijks leeg en gereinigd of de nieuwe lichting biggen moest er alweer in.

In overleg met varkensdierenarts Liesbeth Van Ampting van Dierenartsenpraktijk Lintjeshof zijn Canjels en Stultiëns gaan zoeken naar een structurele aanpak van het probleem. ‘Uit het bloedonderzoek dat we geregeld uitvoeren op dit bedrijf, bleek dat de 10-weekse biggen al positief waren voor mycoplasma’, zegt Van Ampting. ‘Daarom hebben we samen besloten om de biggen al vroeg te vaccineren met Suvaxyn MH-One. Voorheen werden ze op drie weken gevaccineerd en dan zijn de biggen rondom het spenen nog niet goed beschermd.’

Adapteren opfokzeugen

Verder vroeg de adaptatie van de opfokzeugen om aanpak, omdat er naast mycoplasma problemen waren met Glässer en PRRS. ‘We werken met eigen aanfok. Toch is het nodig om de opfokzeugen goed te adapteren’, stelt Canjels. ‘Ze zitten helemaal gescheiden in een eigen afdeling en we gebruiken ook altijd eigen laarzen, kleding en materialen. Dus het is net of ze van een ander bedrijf komen.’

Vanaf het moment dat de opfokzeugen 23 weken oud zijn, worden de slachtzeugen bij de opfokzeugen gezet, laat Stultiëns weten. ‘In week 24 en 25 hangen we juten zakken bij de fokgelten, die eerst bij de gespeende biggen hebben gehangen. Daarnaast brengen we in die weken bedrijfseigen materiaal vanuit de kraamstal naar de opfokstal.’

Tegelijkertijd maakte Van Ampting een vaccinatieschema voor de opfokzeugen. Daarin zitten uiteraard de gebruikelijke PRRS- en parvo/vlek-vaccinaties. Ook krijgen de opfokzeugen een vaccinatie tegen mycoplasma, circo en Glässer. Alles is erop gericht de opfokzeugen goed beschermd te krijgen, voordat ze tussen dag 240 en 250 worden geïnsemineerd.

Om te zorgen dat de opfokzeugen bij het insemineren op het gewenste gewicht zijn, worden ze elke vijf weken gewogen. Canjels: ‘Dan kunnen we tijdig de voercurve aanpassen. Ga je wegen bij het insemineren, dan ben je te laat.’ Door de vroege vaccinatie en de aanpak van de adaptatie was de mycoplasma bij de gespeende biggen snel onder controle. Bij de 10-weekse biggen werd geen besmetting meer gevonden.

PRRS aanpakken

Toen was het tijd om PRRS aan te pakken, want deze virusziekte speelde ook een negatieve rol bij de gespeende biggen. Stultiëns: ‘Daarom zijn we overgestapt naar vaccineren op dag drie of vier met Suvaxyn PRRS MLV.’

Het vroege vaccineren pakt goed uit. Bij de biggen vindt Van Ampting het laatste half jaar geen PRRS-veldvirus meer. En ze presteren stukken beter in de opfok. ‘Ze zijn nu een week eerder op gewicht. Daardoor hebben we tijd genoeg om de biggenafdeling weer goed schoon te maken en te ontsmetten voordat de nieuwe lichting biggen erin komt’, legt Canjels uit.
Tegelijkertijd is de gezondheid van de biggen flink verbeterd en behandelen met antibiotica is nu een uitzondering, zegt Canjels. Stultiëns vult aan: ‘En het is natuurlijk prettiger werken.’

Groene gebied

Door de vroege vaccinatie en de aanpak van de adaptatie is de gezondheid van de gespeende biggen flink vooruitgegaan. De biggen zijn nu uiterlijk op 10 weken leeftijd op de gewenste 26 tot 27 kilo. De inzet van antibiotica is drastisch gedaald. In 2018 zat het aantal dierdagdoseringen (ddd) in het rode gebied. Nu is dat nog 5 ddd bij de gespeende biggen, terug naar groen dus.